4.7 Herhaling
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een orgaan?
A
Cellen met meerdere functies.
B
Geheel van weefsels met een of meerdere functies.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet het systeem waarin verschillende organen samenwerken?
A
Het lichaam
B
Orgaanstelsel
C
Spijsvertering
Slide 4 - Quizvraag
Welke weg legt het voedsel af in jouw lichaam?
A
mond, slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm, endeldarm, anus.
B
mond, slokdarm, maag, twaalfvingerige darm, alvleesklier, darm, endeldarm, anus.
C
mond, maag, slokdarm twaalfvingerige darm, dikke darm, dunne darm, endeldarm, anus.
D
mond, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, twaalfvingerige darm, endeldarm, anus.
Slide 5 - Quizvraag
Hoe heten deze organen?
Maag
Lever
Alvleesklier
Dikke darm
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is de functie van de mond?
A
Eten
B
Afbreken van voedingsstoffen
C
Fijn malen van voedsel en vermengen met speeksel
D
Drinken
Slide 7 - Quizvraag
Insuline zorgt voor een daling van de bloedsuikerspiegel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de functie van de maag?
A
Toevoeging maagsappen & malen, mixen en kneden van de voedselbrij
B
Transport van de voedselbrij
C
Opnamen van vocht uit de voedselbrij
D
Opslag van voeding
Slide 9 - Quizvraag
Gal wordt aangemaakt in de galblaas
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de functie van de dunne darm?
A
Vertering van de voedselbrij.
B
Opname van voedingsstoffen.
C
Opname van water.
D
Vervoer van de voedselbrij.
Slide 11 - Quizvraag
Hoe kan het dat de dunne darm zoveel voedingsstoffen kan opnemen?
A
Groot oppervlakte.
B
De dunne darm is lang.
C
De dunne darm is lang en heeft een groot oppervlakte.
D
Door de darmplooien waarop de darmvlokken staan.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de functie van de dikke darm?
A
Vervoer van de voedselbrij.
B
Opname van water.
Slide 13 - Quizvraag
Waaruit bestaat de anus?
A
Vet.
B
Lengte spier.
C
Kringspier.
D
Weefsel.
Slide 14 - Quizvraag
Welk orgaan staat bij nr. 7
afgebeeld?
afgebeeld?
A
Dikke darm
B
Dunne darm
C
Twaalfvingerige darm
D
Endeldarm
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het gevolg van sporten op de spijsvertering?
A
De spijsvertering verloopt langzamer.
B
De spijsvertering verloopt sneller.
Slide 16 - Quizvraag
Gal breekt eiwitten af.
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Welk orgaan staat bij nr. 4
afgebeeld?
afgebeeld?
A
Maag
B
Nieren
C
Twaalfvingerige darm
D
Lever
