Instaptoets

Instaptoets
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Instaptoets

Slide 1 - Tekstslide

Maak deze opgave zonder je GR te gebruiken!

Het gemiddelde van 45, 48, 44, 44, 46 en 47 is (afgerond op een geheel getal):


A
45
B
47
C
44
D
46

Slide 2 - Quizvraag

De volgende sommen zijn op een rekenmachine gemaakt. Van welke kun je meteen zien, dat er een fout is gemaakt?
A
52,3 : 4,25 = 123,1
B
35,15 × (13,2 – 9,1) = 144,1
C
82,4 × 24,8 = 2043,5
D
361,7 : (24,8 : 9,91) = 144,5

Slide 3 - Quizvraag


Vul de ontbrekende getallen in. De eerste teller wordt ... en de tweede teller wordt ...


9012=45...=15...
A
eerste teller is 6, tweede teller is 2
B
eerste teller is 5, tweede teller is 3
C
eerste teller is 6, tweede teller is 3
D
eerste teller is 5, tweede teller is 2

Slide 4 - Quizvraag

Bereken en schrijf het resultaat als één breuk (zo eenvoudig mogelijk).

125+92=......
A
de teller wordt 22. de noemer wordt 35
B
de teller wordt 24. de noemer wordt 38
C
de teller wordt 23. de noemer wordt 36
D
de teller wordt 21. de noemer wordt 37

Slide 5 - Quizvraag

Bereken en schrijf het resultaat als één breuk (zo eenvoudig mogelijk).
2154103=......
A
de teller wordt 16. de noemer wordt 24
B
de teller wordt 17. de noemer wordt 25
C
de teller wordt 15. de noemer wordt 26
D
de teller wordt 18. de noemer wordt 25

Slide 6 - Quizvraag

Bereken en schrijf het resultaat als één breuk (zo eenvoudig mogelijk).
52143=......
A
de teller wordt 15. de noemer wordt 28
B
de teller wordt 16. de noemer wordt 27
C
de teller wordt 13. de noemer wordt 24
D
de teller wordt 15. de noemer wordt 27

Slide 7 - Quizvraag


x4x2=
A
x8
B
x2
C
x2
D
x8

Slide 8 - Quizvraag


(4c1a6b2)21=
A
2a3bc
B
bc2a3
C
a3b2c
D
2ca3b

Slide 9 - Quizvraag


x31y31=
A
(xy)31
B
xy91
C
(xy)91
D
xy31

Slide 10 - Quizvraag


ab5(a2b3)3
A
ab4
B
a5b4
C
ab4
D
a5b4

Slide 11 - Quizvraag


5x(3x+7y)=
A
8x2+12xy
B
15x2+35xy
C
15x+35xy

Slide 12 - Quizvraag


(2a+4)(a5)=
A
2a26a20
B
2a220
C
2a26a20

Slide 13 - Quizvraag


(x2y)(y2x)=
A
2x2+3xy2y2
B
2x2+2y2
C
2x25xy+2y2

Slide 14 - Quizvraag


3(2pq)2=
A
12p212pq+3q2
B
12p212pq3q2
C
12p23q2

Slide 15 - Quizvraag

Welke factor komt voor in de volledige ontbinding van deze uitdrukking?
8p22q2
A
2p+q
B
4pq
C
pq

Slide 16 - Quizvraag

Welke factor komt voor in de volledige ontbinding van deze uitdrukking?
s2+7s8
A
s1
B
s8
C
s7

Slide 17 - Quizvraag

Welke factor komt voor in de volledige ontbinding van deze uitdrukking?
x3+9x2+8x
A
x+8
B
x1
C
x2+1

Slide 18 - Quizvraag

Deze vergelijking is correct.


x3+x2=2x5
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze vergelijking is correct.


s2s3s26s+3=3s3
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze vergelijking is correct.


3a2b5a3b=35a2a3bb
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Deze vergelijking is correct.


abc5ab+b2=c5+b2
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag


a3ba=
A
ab3a
B
ab3ba2
C
ab3ba2
D
ab3a

Slide 23 - Quizvraag