Herhaling H2

Log in op LessonUp
Het is gelukt als je dit scherm in beeld ziet
Ga naar 
lessonup.app
Klik op 


Klik op 


Selecteer je
schoolmail
Klik op
JA


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Log in op LessonUp
Het is gelukt als je dit scherm in beeld ziet
Ga naar 
lessonup.app
Klik op 


Klik op 


Selecteer je
schoolmail
Klik op
JA


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel


Ik bereid me voor op de repetitie

Slide 2 - Tekstslide

Lesplan


Leerdoelen 6 hw
Herhalingsvragen
Aan de slag!

Slide 3 - Tekstslide

In 1869 werd het Suezkanaal geopend. Wat was een gevolg voor Nederland? Sleep die naar het groene vlak
De eerste spoorwegen werden aangelegd
De opkomst van de industrialisatie
De reistijd naar de koloniën werd korter
Handel met Azië werd makkelijker

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is een voorbeeld van nationalisme in Nederland?
Sleep die naar het groene vlak.
In 1841 wordt een standbeeld van Michiel de Ruyter opgericht
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd
In 1876 veranderde de naam van de Amsterdamse botermarkt in het Rembrandtplein
Rond 1920 krijgen Nederlanders voor het eerst contact via de telefoon

Slide 5 - Sleepvraag

Zet de ontwikkelingen van communicatiemiddelen in de juiste tijdsvolgorde. Van vroeger naar later
1
2
3
4
Telegraaf
Telefoon
Radio
Televisie

Slide 6 - Sleepvraag

Welke twee landen bezaten een wereldrijk in de 19e eeuw?
Egypte
Groot-Brittannië
India
Indonesië
Spanje

Slide 7 - Sleepvraag

In 1857 is een Indiaas leger in gevecht met een Brits leger in het noordoosten van India.
Hoort deze gebeurtenis bij modern imperialisme?
A
Ja, want Europese landen wilden vooral handel drijven met verre landen
B
Ja, want Engeland wil een gebied veroveren om te bezitten en te besturen
C
Nee, want koloniën werden zonder geweld veroverd
D
Nee, want Engeland wilde geen wereldrijk

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een gevolg van het modern imperialisme?
Sleep die naar het groene vlak
Door de industriële revolutie groeit de vraag naar grondstoffen in Europa
Groot-Brittannië wordt gezien als supermacht door de verovering van India
Inheemse volkeren in Amerika worden christenen
Nederlanders willen hun handelswaar verkopen in de Antillen

Slide 9 - Sleepvraag

Welke twee uitspraken over koloniën zijn juist? Sleep die naar het groene vlak
Na Europese veroveringen kwam één volk soms in verschillende gebieden te wonen
Na Europese veroveringen kwamen meer volkeren soms samen in één gebied te wonen
Na Europese veroveringen moesten Europeanen gehoorzamen aan inheemse vorsten
Na Europese veroveringen moesten inheemse vorsten hun taken neerleggen
Na Europese veroveringen werd de kans op een burgeroorlog steeds kleiner

Slide 10 - Sleepvraag

Nederland vond dat Nederlands-Indië vooral geld moest opleveren voor

_____________________. In 1830 voerden zij daarom het

_____________________ in, waardoor inheemse boeren een groot deel

van hun oogst 
_____________________.
de inheemse bevolking
zelf konden verkopen
Nederland zelf
moesten afstaan
cultuurstelsel
handelsstelsel

Slide 11 - Sleepvraag

Het modern imperialisme zorgde voor grote veranderingen in de economie.
Welke verandering is juist?
A
Europeaanse bestuurders willen dat inheemse bedrijven blijven bestaan
B
Europese producten worden voortaal voor veel geld verkocht in de kolonie
C
Het winnen van grondstoffen zoals aardolie wordt steeds belangrijker
D
Inheemse arbeiders krijgen beter betaald en werken minder lang

Slide 12 - Quizvraag

Vier uitspraken over slavernij in de 19e eeuw
Welke is juist?
A
Slavernij dwong mensen om tegen een lage vergoeding te werken
B
Slavernij was toegestaan in Nederland omdat slaven er goed werden behandeld.
C
Slavernij werd door Europeanen verdedigd met hun geloof
D
Slavernij zorgde ervoor dat sommige slaven een gezinsleven konden opbouwen

Slide 13 - Quizvraag

Welk economisch argument gebruikten mensen om in de 19e eeuw slavernij te verdedigen?
A
Slaven horen onvrij te zijn
B
Slaven zijn goede werkkrachten
C
Slaven zijn knechten in de ogen van God
D
Slaven zijn onbeschaafd

Slide 14 - Quizvraag

Welk argument gebruikten abolitionisten om hun doel te bereiken?
A
Als slaven minder wreed behandeld worden, zou er minder verzet zijn
B
De arbeid van slaven brengt maar weinig geld op
C
Slaven hebben recht op loon voor hun harde werk
D
Vrije mensen en slaven zouden dezelfde rechten moeten hebben

Slide 15 - Quizvraag

Een aantal abolitionisten was tegen
slavernij omdat _________________________.

Volgens hen was _________________________ namelijk het meest belangrijk.

Daarom eisten ze dat _________________________.
het inging tegen hun geloof
goede handel
naastenliefde
ze er weinig geld mee konden verdienen
slaven vrij werden
vrije slaven voor hun gingen werken

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep de zinnen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
Suriname wordt een Nederlandse kolonie
Engeland verbiedt slavenhandel
Het abolitionisme komt op in Engeland en de VS
Nederland schaft slavernij in de kolonies af
De WIC haalt slaven uit Afrika naar Amerika

Slide 17 - Sleepvraag

Aan de slag!
  • Maak de leerdoelen document af
  • Je mag bij mij komen aan grote tafel
  • Maak de afsluiting §2.5
  • Begrippen leren

Slide 18 - Tekstslide