Bol L2 P8 WLS Profileren

Bol L2 P8 WLS Profileren
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenPraktijkonderwijsMiddelbare schoolMBOLeerjaar 2

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bol L2 P8 WLS Profileren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ging de vorige les over? en geef een aantal belangrijke zaken aan van de vorige Les

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie van jullie weet wat profileren is of heeft deze taak al eens uitgevoerd ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
De Student: 
  • Kan het verschil tussen egaliseren en profileren uitleggen en 4 profielen herkennen. 
  • Kan uitleggen per situatie wat de meest geschikte machine/uitrustingsstuk is. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen egaliseren en profileren

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:20
Wat is de Wls Machinist hier aan het doen ?
A
Profileren
B
Tonrond aan het aanbrengen
C
egaliseren
D

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:07
Waarom wordt er water op de baan verdeeld?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:00
Wat is de machinist hier aan het doen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke machine is nauwkeuriger de WLS of de Grader en waarom is dat zo.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Je kunt bij de rotonde ook de laser gebruiken mits je het op of afschot uitrekent per meter. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke profielen zien jullie in het volgende filmpje? Noteer deze hier.

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is profileren
A
Een stuk terrein aansluitend op het maaiveld vlak afwerken.
B
Een stuk terrein op gevoel onder afschot leggen.
C
Een vooraf bekend profiel aan een werk geven.
D
Als een machine met GPS aan het egaliseren is.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wiellaadschop is minder geschikt om nauwkeurig te profileren dan een grader.
Wat is de grootste reden?
A
Een grader rijdt langzamer dan een wiellaadschop en kan met de ripper de puinbaan los trekken.
B
Bij een grader zit het blad tussen de wielen, hierdoor reageert het blad minder heftig op hoogte verschillen.
C
Omdat een grader het blad alle kanten kan opdraaien is het een betere egaliseermachine.
D
Omdat de machinist recht boven het blad zit, kan hij de hoogte van het mes goed zien.

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan een grader bij profileerwerk met hoge precisie, gebruik maken van GPS?
A
Ja, mits de machine is uitgevoerd met millimeter GPS (GPS voor + laser).
B
Ja, want GPS heeft maar een kleine tolerantie op de Z -as.
C
Ja, daar is GPS ook voor ontworpen.
D
Ja, mits de machine is voorbereidt en uitgevoerd met GPS.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van ongebonden funderingsmaterialen welke gebruikt worden in de wegenbouw?
A
Een grove korrel met een lage haakweerstand.
B
Lichte, grove ronde stenen.
C
Een grove korrel die bestand is tegen een hoge grondwaterstand.
D
Een grove korrel met een hoge haakweerstand.

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de afbeelding zie je een opgebouwde wegfundering.

Hoe diep is hier voorafgaand aan het aanvullen, het wegcunet uitgegraven?
A
Tot en met laag 4.
B
Tot en met laag 2.
C
Tot en met laag 3.
D
Alleen de dikte van laag 1.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk materiaal is zeer geschikt om te gebruiken als onderfundering in een weg?
A
Zand.
B
Rivierklei.
C
Veen.
D
Zeeklei.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk uitrustingsstuk is bij een wiellaadschop, uitermate geschikt om mee te profileren?
A
Leveler
B
Puinriek.
C
Dichte bak.
D
Schuifraam

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de GWW komt de term baan maken veel voor.

Wat betekent hier "baan maken"?
A
Een puinbaan als fundering laag voor een asfaltweg aanleggen en afwerken.
B
Een aarden baan voor beplanting en gewassen aanleggen en afwerken.
C
Een zandbed voor straatwerk, nauwkeurig onder een vooraf bepaald bepaald profiel afwerken.
D
Een werk tijdelijk uitstellen. Dus: het te maken werk “op de lange baan” schuiven.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkzaamheden moeten er voorafgaand aan het profileren uitgevoerd worden, om tot een goed eindresultaat te komen?
A
- Egaliseren en stabiliseren.
B
- Egaliseren en verdichten.
C
- Verdichten en stabiliseren.
D
- Doorspitten en egaliseren.

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de GWW wordt voor de maatvoering (buiten GPS en Total Station), nog steeds gebruik gemaakt van piketten welke met ”zicht” uitgezet zijn.
A
De afstand van bovenkant piket, tot aan de af te werken hoogte.
B
De afstand dat de piketten buiten het werk staan in cm.
C
De afstand van bovenkant piket tot aan het maaiveld.
D
De afstand hart piket tot de buitenmaat van het te maken werk.

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kenmerkt gebonden funderingsmateriaal?
A
Funderingsmateriaal dat voor het egaliseren uit, eerst met een trilrol dynamisch wordt gebonden.
B
Dit is funderingsmateriaal met toevoeging van een bindmiddel.
C
De goede opbreek eigenschappen, daarom meestal toegepast bij een tijdelijke toegangsweg in de bouw.
D
Het enige funderingsmateriaal welke is samengesteld uit gerecycled materiaal.

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is één van de functies van een verkanting in een weg?

A
Een betere wegligging voor het verkeer in bochten.
B
Optimale grip van de banden op het wegdek creëren.
C
Een betere doorstroming voor het verkeer in een rechtstand van een weg.
D
Om spoorvorming in het wegdek tot een minimum beperken.

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een toepassing van negatieve verkanting is:
A
- Het wegdek bij vluchtstroken.
B
- Het wegdek op kruispunten.
C
- Het wegdek onder viaducten.
D
- Het wegdek bij rotondes.

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van een wegprofiel weergegeven.

Hoe wordt dit profiel genoemd?
A
Tweezijdig afschot profiel.
B
Dakprofiel.
C
Zijwaarts afschot profiel.
D
Aflopend profiel.

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gezien de werkwijze in de afbeelding: Met welk profiel wordt deze bocht aangelegd?
A
Dakprofiel onder positieve verkanting.
B
Vlak profiel onder negatieve verkanting.
C
Vlak profiel onder positieve verkanting.
D
Positieve verkanting met tonrondte.

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voordeel als je de vrachten met funderingsmateriaal “voor de kop” laat storten? (Zie afb).
A
Op deze manier zal ontmenging van het funderingsmateriaal zoveel mogelijk voorkomen worden.
B
Op deze manier hou je als wiellaadschopmachinist goed overzicht, dus kan je de banen netter afwerken.
C
Het gewicht van de gestorte vracht, verdicht gelijk de op hoogte gebrachte funderingsbaan.
D
Dit is een stuk eenvoudiger voor de dumper, dus zal het storten veel minder tijd in beslag nemen.

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om meer tractie te krijgen in het terrein, wordt de bandenspanning van grondverzetmachines vaak teruggebracht. Eén van de nadelen is:
A
De banden krijgen meer weerstand, dus de machine zal een hele lage rijsnelheid krijgen.
B
Bij het rijden op “harde grondslag” of op een weg, krijgen de banden het erg zwaar te verduren.
C
De banden zullen erg stug blijven, omdat deze nauwelijks op temperatuur komen.
D
Doordat de banden zachter zijn, krijgt de machine “op het harde” de nijging te gaan springen.

Slide 57 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van 2 verwerkte gebonden funderingsmaterialen zijn:

A
Asfalt, beton.
B
Zandcement, asfalt granulaat.
C
Beton, korrelmix.
D
Menggranulaat, asfalt.

Slide 58 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk funderingsmateriaal op een bepaald werk wordt gebruikt hangt af van:
A
De geldende prijzen van het benodigde funderingsmateriaal op de markt, de stevigheid van de ondergrond.
B
Welke ondergrond, de eisen van het kadaster en de eisen van de ontwerper.
C
De eisen van de aannemer, welke ondergrond, welke machines er voorhanden zijn om dit materiaal te verwerken.
D
Welk materiaal er eventueel “in de streek” voorhanden is, eisen van de opdrachtgever en de ondergrond.

Slide 59 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste tip bij het profileren met een wiellaadschop of een grader?
A
Profileren kan je het beste op vol vermogen doen.
B
Zorg ervoor dat je altijd van uit stilstand met het mes op de grond, begint met profileren.
C
Zorg voor je begint met schuiven, materiaal in de bak óf voor het blad hebt.
D
Profileren kan je het beste in de laagste versnelling doen.

Slide 60 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies