Examentraining Kenmerkende Aspecten

Het is handig om te onthouden hoeveel KA's elk tijdvak heeft.
Dan weet je ook of je er nog één vergeten bent van dat betreffende tijdvak
De namen van het tijdvak verwijzen vaak al naar één of twee kenmerkende apsecten. Bijvoorbeeld tijdvak 5 De tijd van ontdekkers en hervormers. Ontdekkers verwijst naar de expansie van overzeese gebiedsdelen. Hervormers naar de reformatie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het is handig om te onthouden hoeveel KA's elk tijdvak heeft.
Dan weet je ook of je er nog één vergeten bent van dat betreffende tijdvak
De namen van het tijdvak verwijzen vaak al naar één of twee kenmerkende apsecten. Bijvoorbeeld tijdvak 5 De tijd van ontdekkers en hervormers. Ontdekkers verwijst naar de expansie van overzeese gebiedsdelen. Hervormers naar de reformatie

Slide 1 - Tekstslide


  1. In bijna elk centraal examen gaan meerdere vragen rechtstreeks over de kenmerkende aspecten. 
  2. 25% van de vragen gaan over de tijdvakken en de KA's.
  3. Als je de tijdvakken en KA's goed kent heb je een goed historisch overzicht. Je kunt dan beredeneren in welke tijd zich iets afspeelde
  4. Elke vraag in het examen is te koppelen aan een of meer KA's
Waarom zijn de KA's zo belangrijk?
Als er naar Kenmerkende Aspecten gevraagd wordt in het examen, antwoord dan nooit met een nummer. Dat wordt niet goed gerekend. Altijd de inhoud (mag in eigen woorden) benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

KA's zijn moeilijk te onthouden omdat het vaak lange zinnen zijn. Die zinnen zijn vaak ook in moeilijk Nederlands geformuleerd.
Dus moet je bij het leren van de KA's slim zijn.  
Stap 1: begrijp je de begrippen in de KA's?
Stap 2: versimpel de KA's voor jezelf
Stap 3: verdeel de KA's bij het leren (bijv. per hoofdstuk)
Je mag de KA's in je eigen woorden formuleren
De KA's moeten (natuurlijk!) nog wel herkenbaar zijn!

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tv5

18. het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwewetenschappelijke belangstelling
19. de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
20. het begin van de Europese expansie overzee
21. de protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg
22. het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
Kenmerkende aspecten tv5 (verkort)

18. Renaissance en begin nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
19. Nieuwe belangstelling Klassieke oudheid
20. Europese overzeese expansie
21. Splitsing christelijk kerk door de protestante reformatie
22. De opstand en de stichting van de Republiek


Slide 4 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tv6

23. wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
24. de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse Republiek
25. het streven van vorsten naar absolute macht
26. de wetenschappelijke revolutie 
Kenmerkende aspecten tv6 (verkort)

23: wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme zorgden voor wereldeconomie
24: Bijzonder bestuur, economische en culturele bloei in de Republiek
25. absolutisme
26. Wetenschappelijke revolutie

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tv7

27. rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
28. voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op
eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
29. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over
grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
30. uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de
daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
Kenmerkende aspecten tv7

27: rationaal en verlicht denken in samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
28: Ancien Regime & Verlicht absolutisme
29: Democratische revoluties met discussie over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
30: Uitbreiding Europese overheersing: plantagekoloniën en driehoekshandel+ opkomst abolitionisme

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tv8

31. de industriële revolutie legde in de westerse wereld de basis voor een industriële
samenleving
32. de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionalisme en feminisme
33. voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen
aan het politieke proces
34. de opkomst van emancipatiebewegingen
35. discussies over de ‘sociale kwestie’
36. de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
Kenmerkende aspecten tv8 (verkort)

31: Industriële revolutie en industriële samenleving.
32: Politiek- maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
33: Democratisering (mannen en vrouwen)
34: opkomst emancipatiebewegingen
35: sociale kwestie
36: Modern Imperialisme mede door Industrialisatie



Slide 7 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tv9

37. het voeren van twee wereldoorlogen
38. de crisis van het wereldkapitalisme
39. het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
40. de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie
41. vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
42. verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
43. racisme en discriminatie die leidden 


Kenmerkende aspecten tv9 (verkort)

37: De twee wereldoorlogen
38: economische crisis 1929
39: Totalitaire ideologieën: communisme, fascisme/nationaalsocialisme.
40: Propaganda, communicatiemiddelen en massaorganisatie
41: verzet tegen West-Europees imperialisme
42: verwoestingen door massavernietigingswapens + betrokkenheid burgers
43: racisme, discriminatie, genocide (Joden)
44: Duitse bezetting van NL


Slide 8 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 10

45 de dekolonisatie maakte een eind aan de westerse hegemonie in de wereld
46. de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
47. de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw aanleiding
gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
48. de eenwording van Europa
49. de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen



Kenmerkende aspecten tijdvak 10 (verkort)

45: Dekolonisatie maakt einde aan westerse macht
46: twee ideologische blokken + dreiging atoomoorlog door Koude Oorlog
47: toename westerse welvaart in jaren 60, die zorgde voor grote sociaal-culturele veranderingen
48: eenwording Europa
49: de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenleving

Slide 9 - Tekstslide

Wat vind je moeilijk aan de kenmerkende aspecten?

Slide 10 - Open vraag

Tips!

Hoeveelheid moeilijk?
  • Leer in stukjes en blijf herhalen
  • Bijv. maandag hoofdstuk 5, dinsdag hoofdstuk 6 + 5 herhalen

Inhoud moeilijk?
  • Schrijf de kenmerkende aspecten op en maak aantekeningen eromheen (onder, naast, boven, gebruik kleur!)
  • Vraag je docent om hulp!

Koppelen aan bron moeilijk?
  • Oefen met opdrachten uit het boek 

Slide 11 - Tekstslide

Sommige KA's hebben met elkaar te maken.
  • Bijv. een serie over 'hoe mensen denken'
  • Bijv. een serie over 'gebieden buiten Europa'

Onthoud ook dat de kenmerkende aspecten een chronologische volgorde hebben!
--> Eerst acien regime, dan verlichting, daarna de democratische revoluties

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Renaissance
Reformatie
Bijzondere positie van de republiek (staatkundig, cultureel en economisch)
Absolutisme
Verlichting
Acien regime
Tijdvak 5: ontdekkers en hervormers
Tijdvak 6: regenten en vorsten
Tijdvak 7: pruiken en revoluties

Slide 15 - Sleepvraag

Welk KA hoort bij deze bron?

Slide 16 - Tekstslide

Bij welk KA hoort deze bron?

Slide 17 - Open vraag

Welk KA? (kort benoemen) Leg ook uit waarom!

"Het leidde vooral tot optimisme. De vernieuwing zorgde voor vooruitgangsgeloof. Maar deze technologische vooruitgang heeft ook gezorgd voor enorme verwoesting, bijvoorbeeld in de Eerste Wereldoorlog"

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide