MM 2K - 3.4 Alle mensen.... + Hh 3.2 (les 12)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom

Mens en Maatschappij

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?

Start

Lesdoel 

• Je leert over internationale samenwerking voor mensenrechten.

Kijk mee...(Wat vind jij het waard om naar school te mogen gaan?)

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?

3.4 Alle mensen dezelfde rechten

Leerdoel

• Je weet hoe internationale mensenrechten tot stand zijn gekomen.

Uitleg

• De Tweede Wereldoorlog was een belangrijk keerpunt voor mensenrechten en wereldvrede.
• De Verenigde Naties werd opgericht in 1945.
• De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens werden opgesteld in 1948.
• Organisaties als Unicef en Amnesty International zetten zich in om deze rechten te beschermen.

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?

3.4 Alle mensen dezelfde rechten

Leerdoel

• Je weet hoe internationale mensenrechten tot stand zijn gekomen.

Opdracht

• Start de online omgeving van Plein M. 
• Ga naar cursus 3.4.
  
• Ga naar het eerste onderdeel: 3.4 Leerstof + opdrachten.
  
• Lees en maak opdracht 3-6.

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?

Herhaling 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht?

Leerdoelen

• Je weet wat het absolutisme betekent, wanneer het eindigde en hoe dit kwam.
  
• Je weet wat de Franse Revolutie was.
• Je weet wie Napoleon was.
  
• Je weet wat de Bataafse Revolutie was.
  
• Je weet wat de Verlichting was.
  

Hoe kwam de Franse koning Lodewijk XVI aan zijn einde?

In welke tijd vonden de belangrijkste democratische veranderingen plaats?

1. Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
2. Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
3. Tijd van steden en staten (1000-1500)
4. Tijd van regenten en vorsten (1600 - 1700)

Wanneer was de Franse Revolutie?

1. 1789
2. 1798
3. 1879
4. 1897

Wat was het absolutisme?

1. De vorst bepaalt alles en hoeft aan niemand verantwoording af te leggen.
2. Een samenleving die uit drie standen bestond: geestelijken, edelen en burgers.
3. Het volk (burgers) mag zelf de bestuurders kiezen.
4. Onderzoeken door te experimenteren, goed te kijken en daarvan te leren.

Welke beschrijving past bij de wetenschappelijke revolutie?

1. De vorst bepaalt alles en hoeft aan niemand verantwoording af te leggen.
2. Een samenleving die uit drie standen bestond: geestelijken, edelen en burgers.
3. Het volk (burgers) mag zelf de bestuurders kiezen.
4. Onderzoeken door te experimenteren, goed te kijken en daarvan te leren.

Wat is de juiste volgorde?

1. Absolutisme - Napoleon - Franse Revolutie
2. Napoleon - Absolutisme - Franse Revolutie
3. Absolutisme - Franse Revolutie - Napoleon
4. Franse Revolutie - Napoleon - Absolutisme

Wie stonden tegenover elkaar tijdens de Bataafse revolutie?

1. Prins Willem V en de prinsgezinden
2. Prins Willem V en de patriotten
3. de prinsgezinden en de orangisten

Wanneer werd de Bataafse Republiek uitgeroepen?

1. 1579
2. 1759
3. 1975
4. 1795

Hoofdstuk 3 Wat mag wel en wat mag niet?

Afsluiting

Lesdoel 

• Je leert over internationale samenwerking voor mensenrechten.

Leerdoel

• Wat vind jij het waard om naar school te mogen gaan?