Communicatie 2 - Inhoud en betrekking

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee studenten (A en B) proberen samen, in overleg, er achter te komen hoe ze deze negen punten in vierlijnen met elkaar kunt verbinden, zonder de pen van het papier af te halen.

  • Codeerden A en B hun boodschap zodanig, dat ze vertelden wat ze wilden vertellen? Waaruit bleek dit.
  • Welke non-verbale signalen zag je bij A en B?
  • Luisterden A en B goed naar elkaar? Waaruit bleek dit?
  • Stelden A en B elkaar vragen als ze iets niet begrepen? Wat werd gezegd?
 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je meld je via whatsapp ziek bij je SLB'er.
Je SLB'er is de ...
A
Medium
B
Zender
C
Boodschap
D
Ontvanger

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Je meld je telefonisch weer beter.
Je mobiel is de/het

A
Medium
B
Zender
C
Boodschap
D
Ontvanger

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ruis?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


De ontvanger reageert op de boodschap van de zender.
De blauwe pijl staat dan voor ....
A
Ruis
B
Feedback
C
Referentiekader
D
Terugkoppeling

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het geheel van gewoonten, regels, ervaringen, normen en waarden waarop de ontvanger zijn denken en handelen baseert.

A
Externe ruis
B
Feedback
C
Referentiekader
D
Terugkoppeling

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je communiceert altijd met een bedoeling. 
Je kunt in communicatie daarin twee zaken van elkaar scheiden:
  • Inhoudsniveau: de letterlijke inhoud van de boodschap.
  • Betrekkingsniveau: het gaat erom hoe de boodschap moet worden opgevat.







  • Soms kunnen deze twee dingen van elkaar verschillen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luister naar de geluidsfragmenten. Op inhoudsniveau is de tekst hetzelfde. Maar wat wordt er gezegd op betrekkingsniveau?
Koppel de juiste letter aan het cijfer!
Is dat zo?
Ik geloof er niets van

Slide 12 - Sleepvraag

Je meent het...
Je meent het?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Een eigen uitleg geven aan een boodschap, een opvatting.

  • Als mensen vaak iets anders zeggen dan ze bedoelen, hoe weet je dan hoe je de boodschap moet opvatten? 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een boodschap wordt niet alleen bepaald door woorden, maar ook door: 
  • Bedoelingen
  • Gebaren
  • Intonatie
  • Klemtoon
  • Lichaamshouding (non verbale communicatie).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbale communicatie: breng je een boodschap over met woorden. Dat kan schriftelijk en mondeling. Het gaat vooral om de inhoud van de boodschap.




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbale communicatie: Breng je een boodschap over met woorden. 
Dat kan schriftelijk en mondeling. Het gaat vooral om de inhoud van de boodschap

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Non verbale communicatie: breng je een boodschap over zonder woorden. Dat kan op verschillende manieren: 
  • Door gedrag. 
  • Met gezichtsuitdrukkingen. 
  • Met houding.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een duimpje omhoog is....
A
Verbale communicatie
B
Non verbale communicatie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Eenzijdige communicatie: De zender brengt een boodschap over naar de ontvanger en de ontvanger geeft geen waarneembare feedback.

  • Meerzijdige communicatie:  Zenders en ontvangers staan met elkaar in contact.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussie voeren is
A
Eenzijdige communicatie
B
Meerzijdige communicatie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het lezen van een informatiebrochure
Intakegesprek met een patient 
Chat in een groepsapp
Eenzijdige communicatie 
Tweezijdige communicatie 
Meerzijdige communicatie 

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nieuws luisteren via de radio is
A
Eenzijdige communicatie
B
Meerzijdige communicatie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe horen we een emotie ?
Doe effe normaal jij
Doe effe normaal jij 1

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies