B&L leerjaar 3 Observeren 2.1 t/m 2.4

B&L leerjaar 3

• Vorige week uitleg over B&L leerjaar 3 en opdracht 1 + 2 
• Deze week observeren

Inhoud

• Leerdoelen
• Observeren
• Waarnemingsfouten
• Observatiemethoden
• Methodisch observeren
• Leerdoelen behaald?

Leerdoelen

• Je weet wat observeren is en kent de eisen aan een goede observatie
  
• Je weet wat waarnemen is en kent de veel voorkomende waarnemingsfouten
  
• Je kunt geschikte observatiemethoden inzetten

2.1 Observeren

OBSERVEREN

2.1 

Observeren

Op het moment dat je door waarneming probeert op een systematische manier informatie te krijgen

Bewust en doelgericht waarnemen, met als doel informatie te verzamelen

Waarnemen

Interpreteren

Ontvangen van signalen uit je omgeving

Alle zintuigen:

ruiken 

proeven 

voelen 

zien

horen

je vind er iets van, vormt een mening

Betekenis geven aan waargenomen verbale en non-verbale communicatie

Voorbeeld interpreteren:

Bij de korfbaltraining zit Ricardo met zijn vingers op de bank te tikken. De trainer ziet en hoort dit en vraagt of Ricardo niet zo zenuwachtig wil doen. Ricardo antwoordt de trainer dat hij gewoon een lekker deuntje in zijn hoofd heeft

Eisen aan een goede observatie

Betrouwbaar

Valide

• Bij herhaalde metingen/observaties hetzelfde resultaat
• Dezelfde feiten hebben waargenomen
• Informatie moet kloppen met de werkelijkheid 

• Meet/observeer je, wat je hoort te observeren?
• bijv: de vragenlijst moet wel gaan over welk gedrag je wilt observeren 

Eisen aan een goede observatie

Objectief

• Objectiviteit erg belangrijk, niet gemakkelijk
• Eerst de feiten!!!

Feiten                                   Meningen/interpretaties

Uit elkaar houden

Dan wordt het subjectief

Objectiviteit vergroten:

• alleen de feiten registreren
• je te richten op concrete gedragingen
• interpretaties achterwege laten
• gebruik maken van meerdere observanten

Eisen aan een goede observatie

Nauwkeurig

Onafhankelijk

• alles registreren wat je ziet of hoort, ook de meest "normale" handelingen
• probeer het gedrag zo precies en exact mogelijk weer te geven 

• op geen enkele manier een relatie met die persoon hebben
• er geen sprake is van gezamenlijk belang 

2.2

Waarnemingsfouten

• zuiver objectief waarnemen is lastig

• we geven vaak onze persoonlijke interpretatie van wat we zien, horen, ruiken, proeven en voelen.

        ( subjectieve waarneming)

Belangrijkste waarnemingsfouten:

• Selectief waarnemen
• Subjectief waarnemen
• Begin en eind
• Halo- en horn-effect
• Contrast
• Projectie

Selectief waarnemen

Waarnemingsfouten

Subjectief waarnemen

• omdat je niet alles kan waarnemen, maken we voor onszelf al een selectie
•  factoren:

       - vooroordelen

       - interesses

       - emoties, behoeften

       - ervaringen

• je eigen mening laten meewegen in dat wat je ziet 

Begin en eind

• wat je toen gezien hebt blijft het beste hangen
• en wordt dan "te" bepalend 

Waarnemingsfouten

Contrast

Halo- en horn-effect

Projectie

• verschil/tegenstelling te groot tussen wie/wat je observeert 

• je waarneming en beoordeling worden beïnvloed door bepaalde opvallend positieve of juist negatieve aspecten van het gedrag van iemand       

• in plaats van het gedrag van de ander, jezelf beschrijven
• jezelf projecteren in de ander 

2.3

Observatiemethoden

Voor je gaat observeren:

1. Wat is de meeste geschikte methode voor de situatie?
2. Heb je hulpmiddelen nodig? (video)

1.  Participerende observatie en niet participerende observatie

2. Kwalitatieve observatie methoden 

     - beschrijvende observatie

     - event sampling

     - beoordelingsschalen en checklists     

3. Kwantitatieve observatiemethoden

    - time sampling

Lees blz 57 t/m 64 goed door!

stappenplan methodisch observeren

2.4

Leerdoelen behaald?

• Je weet wat observeren is en kent de eisen aan een goede observatie
  
• Je weet wat waarnemen is en kent de veel voorkomende waarnemingsfouten
  
• Je kunt geschikte observatiemethoden inzetten

Planning

Vandaag

• studeren 'observeren'. Hoofdstuk 2 uit je boek
• werken aan opdracht 1 en 2

Volgende les

• Boek: De sportleider als lesgever
• Leertheorieën