- Gebruik ongeveer 300 en maximaal 500 woorden voor elk verhaal.
- Gebruik één cliffhanger in elk verhaal.
- Er worden weinig tot geen spelfouten gemaakt in elk verhaal.
- Er worden weinig tot geen grammaticale fouten gemaakt in elk verhaal.
- Gebruik in elk verhaal minimaal 8 woorden uit woordenschat hoofdstuk 3 en markeer die.
- Gebruik in elk verhaal minimaal 2 uitdrukkingen uit woordenschat hoofdstuk 3 en markeer die.
- Kies een spannende afbeelding bij je verhaal.