Chronologie van het verhaal
1- Luister en lees mee op blz.28, 31, 32, 34, 35, 36, 38, 48 en 49.
2- Vul het tabel op het leerlingenblad met de plekken van het verhaal op chronologische volgorde.
3- Schrijf bij elke plek de reden dat de personages daar zijn.
4-Schrijf bij elke plek 1 of meerdere woorden die het gevoel van de personages uitdrukken op dat moment.