Het veilig hanteren van gevaarlijke stoffen

Het veilig hanteren van gevaarlijke stoffen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het veilig hanteren van gevaarlijke stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je gevaarlijke stoffen in de apotheek identificeren en de risico's ervan beschrijven. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je jezelf kunt beschermen tegen blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Aan het einde van de les kun je de risico's van specifieke diergeneesmiddelen beschrijven en preventieve maatregelen uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over gevaarlijke stoffen in de apotheek?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Identificatie van gevaarlijke stoffen
Chloor, formaline, antibiotica, prostaglandine, cytostatica.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risico's van blootstelling
Blootstelling via huid, longen, mond. Variatie afhankelijk van stof, dosering, frequentie.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescherming en preventie
Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals nitril handschoenen en mondmaskers. Goede ventilatie en stofdeeltjes vermijden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specifieke risico's van diergeneesmiddelen
Antibiotica kunnen allergische reacties veroorzaken. Prostaglandine kan abortus bij zwangere vrouwen veroorzaken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
Essentieel voor veiligheid. Volg instructies op verpakkingen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
Chloor: Een irriterende stof die schadelijk kan zijn bij inademing. Formaline: Kankerverwekkend en irriterend voor slijmvliezen. Prostaglandine: Hormoon met risico op abortus. Antibiotica: Geneesmiddelen die allergische reacties kunnen veroorzaken. Cytostatica: Kankerverwekkende middelen bij chemotherapie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.