Atoomnummer

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Hoeveel atomen zijn er ?

Slide 3 - Open vraag

Welk atoom komt het meest voor op aarde?
A
Zuurstof
B
Ijzer
C
Magnesium
D
Koolstof

Slide 4 - Quizvraag

Welk atoom komt het meest voor in de lucht?
A
Zuurstof
B
Ijzer
C
Koolstof
D
Stikstof

Slide 5 - Quizvraag

Welk atoom is het duurst ?

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel atomen bevat dit stukje koper?

Slide 7 - Open vraag

Hoeveel elektronen bevat 1 atoom koper?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Het atoomnummer (Z)
= aantal protonen
= aantal elektronen

Slide 10 - Tekstslide

Het massagetal (A)

Slide 11 - Tekstslide

Het massagetal (A)
= aantal protonen + aantal neutronen

Slide 12 - Tekstslide

Het massagetal
Element koper met atoomnummer 29 & massagetal 54
DUS
Z = 29 = aantal protonen (= aantal elektronen)
A = 54 = aantal protonen + aantal neutronen
Aantal neutronen = A – aantal protonen

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel neutronen heeft koper dan?

Slide 14 - Open vraag

Oefeningen!

Slide 15 - Tekstslide

Samenvattend schema

Slide 16 - Tekstslide