Trede 16: schrijven 1, rood

Trede 16: schrijven 1
welkom!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Trede 16: schrijven 1
welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je spelt meervouden na een klinker correct (meisjes, fuchsia’s).
Je spelt verkleinwoorden na een open klinker correct (opaatje, parapluutje).
Je spelt stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden correct (ijzeren).
Je spelt de ’s in ’s ochtends correct.

Maak aantekeningen in mindmap!

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen
Schrijven:
- 10 minuten stil lezen

- Punt uit!
- Zoals het hoort
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Welke meervoud is goed?
A
dominees
B
dominee's

Slide 4 - Quizvraag

Welke meervoud is goed?
A
wcs
B
wc's

Slide 5 - Quizvraag

Welke meervoud is goed?
A
bikinis
B
bikini's

Slide 6 - Quizvraag

meervoud: -s of 's?
1. meervoud op -s:
- geen probleem voor de uitspraak: kamer - kamers

2. meervoud op 's: 
- afkortingen: wc - wc's, dj - dj's
- woorden op i, o, a , u, y: pony - pony's

Slide 7 - Tekstslide

Welk verkleinwoord is goed?
A
paraplutje
B
parapluutje

Slide 8 - Quizvraag

Welk verkleinwoord is goed?
A
taxitje
B
taxietje

Slide 9 - Quizvraag

Verkleinwoorden
1. woorden die eindigen op -i
- krijgen ie: bikini - bikinietje

2. woorden die eindigen op -a, -é, -o, -u
- worden verdubbeld: auto - autootje

Ook hier: uitspraak belangrijk! 

Slide 10 - Tekstslide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
'houten tafel'
waarom heet het zo?

Slide 11 - Woordweb

Welke is goed?
A
gouden ketting
B
goude ketting

Slide 12 - Quizvraag

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Waar iets van gemaakt is.
Eindigt op -en
Zilveren armband, wollen trui, rieten dak

Soms zonder -en bij nieuwe stoffen
Plastic stoel, nylon tent




Slide 13 - Tekstslide

Welke is goed?
A
smorgens stond ik op
B
's morgens stond ik op
C
s' morgens stond ik op
D
Smorgens stond ik op

Slide 14 - Quizvraag

's morgens of 
's Morgens

Des morgens trok men ten strijde.

's Morgens gingen we van huis.

We gingen 's morgen van huis.

Dus: kijk goed waar het woord staat! 

Slide 15 - Tekstslide

vragen?

Slide 16 - Woordweb

Aan de slag!
Plan in: 
- Trede 16, schrijven:
hoe spel je het?
* andere werkdoelen van schrijven hoeven niet!

- Boek lezen + opdracht

Slide 17 - Tekstslide