In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Programma
Uitleg H 4.3.1
Voorbereiding praktijk LE02-B-03
Zelf aan de slag
Slide 1 - Tekstslide
Biologie voor het MLO
H4.3.1 Diffusie
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
00:33
Wat is het verschil tussen actief en passief transport?
A
Actief transport kost geen energie, passief transport kost wel energie
B
Actief transport kost wel energie, passief transport kost geen energie
Slide 4 - Quizvraag
00:39
Hoe heet het molecuul in het lichaam wat zorgt voor energie?
A
ATP
B
DNA
Slide 5 - Quizvraag
01:04
Lees blz. 73 en 74 (vanaf 4.3.1 Diffusie). Maak een foto van de beschrijving van het begrip diffusie. (je hebt 5 min de tijd)
Slide 6 - Open vraag
01:13
Lees blz. 75 en 76 (4.3.2 hoeft niet). 1. Waar moeten moleculen aan voldoen als ze het celmembraan willen passeren door diffusie? 2. Welke 3 moleculen kunnen het celmembraan door diffusie passeren? 3. Waarom is ons bloedvatenstelsel belangrijk bij diffusie van zuurstof en koolstofdioxide?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Lees op blz. 75 het kader Diffusiesnelheid.
Wanneer is de diffusiesnelheid het hoogst?
Sleep de juiste plaatjes naar hun plek.
Diffusie is het snelst als:
- de temperatuur .................. is.
- de molecuulmassa.................. is.
Slide 9 - Sleepvraag
Lees op blz. 75 het kader Diffusiesnelheid.
Wanneer is de diffusiesnelheid het hoogst?
Sleep de juiste plaatjes naar hun plek.
Diffusie is het snelst als:
- het concentratie verschil ........ is.
- het diffusieoppervlak .................. is.
- de afstand.................. is.
Slide 10 - Sleepvraag
Programma
Uitleg H 4.3.1
Voorbereiding praktijk LE02-B-03
Zelf aan de slag
Slide 11 - Tekstslide
Voorbereiding praktijk
LE02-B-03
Het effect van osmose op rode bloedcellen
Slide 12 - Tekstslide
Hypertone oplossing: Er zitten meer opgeloste stoffen in de oplossing dan dat er stoffen zitten in de cel.
Het water verplaatst zich uit de cel om het verschil in concentratie op de heffen.
Isotone oplossing:
Er zitten evenveel opgeloste stoffen in de oplossing als dat er zitten in de cel.
Het water verplaatst zich in én uit de cel.
Hypotone oplossing:
Er zitten minder opgeloste stoffen in de oplossing dan dat er stoffen zitten in de cel.
Het water verplaatst zich de cel in om het verschil in concentratie op de heffen.
Milieu waarin de cel zich bevindt
Toestand van de cel
Slide 13 - Tekstslide
Milieu waarin de cel zich bevindt
Toestand van de cel
Slide 14 - Tekstslide
Milieu waarin de cel zich bevind
A.
Toestand waar de cel zich in bevindt
B.
Er gaat water de cel in/ uit?
C.
> 0,95 NaCl
= 0,9% NaCl
< 0,9% NCl
Hypertoon
Isotoon
Hypotoon
Sleep de onderdelen naar de juiste plek
A.
B.
C.
Krimp
Normaal
Hemolyse
In
Uit
Blijft gelijk
> 0,9%
< 0,9%
= 0,9%
Slide 15 - Sleepvraag
Programma
Uitleg H 4.3.1
Voorbereiding praktijk LE02-B-03
Zelf aan de slag
Slide 16 - Tekstslide
Zelf aan de slag!
Online
Huiswerk (Biologie_Huiswerk LE2 week 2_9-10-2020)
Digitale opdracht Transport (Biologie_Digitale opdracht Transport_week 2_9-10-2020)
Labjournaal LE02-B-03 Het effect van osmose op rode bloedcellen
Voorbereidende vragen
Doel
Materialen
Werkwijze (maak zelf een start met de berekening, in de praktijkles wordt deze verder uitgelegd)
Tot 14.20, daarna komen we weer samen. Ik blijf online voor vragen