Lesson 1

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's goals
Check week task
Bijwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Check weektaak
p. 174
ex. 2, 5, 6, 7 & 8

Slide 3 - Tekstslide

Bijwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoegelijk naamwoorden & bijwoorden
Wie kent het verschil?

Slide 5 - Tekstslide

Adverb - Adjective
Adverb = bijwoord
Adjective = bijvoeglijk naamwoord

The beautiful song --> zegt iets over song (zn)
She sings beautifully. --> zegt iets over zingen (ww)

Slide 6 - Tekstslide

Grammar: adverbs 
Bijwoorden

The slow car.
The car drives slowly.

Slide 7 - Tekstslide

Adverbs
  • een adverb (bijwoord) zegt iets over het werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. 

  • Adverbs usually end in -ly: Beautifully, Happily, Angrily

Slide 8 - Tekstslide

Adverbs
Adverb - verb
He drives quickly.
She sang beautifully.
They worked nicely.

How to form an adverb:
adjective + -ly

Slide 9 - Tekstslide

Adverb
beautiful
beautifully
easy
easily
good
well
fast
fast
hard
hard
late
late
            adjective                           adverb

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een "adverb"?
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de adverb van CAREFUL?
A
carefully
B
carefulily
C
carefuly

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de adverb van FAST?
A
fastly
B
fast
C
fastily

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de adverb van PRETTY?
A
prettily
B
prettyly
C
prettly

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de adverb van GOOD?
A
goodly
B
goodily
C
well

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de adverb van BAD?
A
badly
B
badily
C
worse

Slide 16 - Quizvraag

Practice
Do ex. 5, 6 & 7 (p. 188)

Slide 17 - Tekstslide

Rest of the lesson
Work on the week task!

Slide 18 - Tekstslide