H2 Taalverzorging Spelling (2)

Mavo 4
Nederlands
Hoofdstuk 2
Spelling (2)

Zinnen met meerdere persoonsvormen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mavo 4
Nederlands
Hoofdstuk 2
Spelling (2)

Zinnen met meerdere persoonsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van deze les
  • Mededelingen
  • Bespreken van het huiswerk
  • Herhaling: Zinnen met meerdere persoonsvormen
  • Uitleg H1 Woordenschat
  • Zelf aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
  • Fictiedossier: 1) leesautobiografie
                                    2) opdracht bij boek 1
                                    3) opdracht bij boek 2
KRANTENARTIKEL kun je niet gebruiken!! Deze was ipv de presentatie.

  • Toets H1 en 2  Taalverzorging en woordenschat: 25-9-23. Tip: oefenmateriaal in LessonUp (wel eerst registreren!!) of NN online!
  • Elke dag lezen!!! Na de herfstvakantie eerste opdracht inleveren!!
                                     

Slide 3 - Tekstslide

Doelstelling
Aan het eind van deze les kan je alle werkwoordsvormen in samengestelde zinnen correct spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling: Aan elkaar
  • Werkwoorden die beginnen met voorzetsels als op, over, na.
    -> Ik heb mijn kamer opgeruimd. Ik ga mijn kamer opruimen.

  • Samengestelde zelfstandige naamwoorden
    -> kassabon                          en niet: kassa bon
    -> schoonmaakdoekje     en niet: schoonmaak doekje
    -> langeafstandsloper      en niet: lange afstandsloper

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling: Aan elkaar
  • Samengestelde aardrijkskundige namen
      -> Noord-Holland, Zuid-Afrikaans

  • Getallen tot en met het woord duizend.
    -> zesenzeventig (76), vijfhonderd (500)
    -> drieëntwintigduizend (23.000)
    -> drieduizend zeshonderdentwaalf (3.612)

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling: Aan elkaar
  • Voorzetsels met woorden als er-, daar-, hier- en waar-
      -> ermee, hierbij, waardoor

  • Twee voorzetsels die achter elkaar staan
    -> achteruit
    -> bovenop
    -> tussendoor

Slide 7 - Tekstslide




Huiswerk: opdracht 4 t/m 6 (p.61) bespreken.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg: Zinnen met meerdere persoonsvormen
In deze zin gebeuren twee dingen.

De zin heeft 
ook twee persoonsvormen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide


De persoonsvormen in deze zin zijn dus gaan en is
Kamperen is ook een werkwoord, maar dat verandert niet en is dus geen persoonsvorm.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn de persoonsvormen in de zin?
Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Slide 15 - Tekstslide

Verander de tijd in de zin
Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Isabel had de hele wedstrijd zitten kijken, maar had niet alle doelpunten gezien.

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn de persoonsvormen in de zin?
Wij gaan elk jaar kamperen in Frankrijk, want mijn vader is gek op stokbrood.

Slide 17 - Tekstslide

Verander de tijd in de zin
Wij gaan elk jaar kamperen in Frankrijk, want mijn vader is gek op stokbrood.

Wij gingen elk jaar kamperen in Frankrijk, want mijn vader was gek op stokbrood.

Slide 18 - Tekstslide

Isabel heeft de hele wedstrijd zitten kijken, maar heeft niet alle doelpunten gezien.

Slide 19 - Open vraag

Hoofdstuk 1 Woordenschat
https://www.lessonup.com/nl/lesson/xxji9PZbyjpT3ucBh/T8wvLnRtR6TnNnNTq

Slide 20 - Tekstslide

Zelf aan de slag
  • Hoofdstuk 1 Woordenschat (blz. 26-29) 
  • Lees de theorie
  • Maak opdracht 1 t/m 6 in je schrift.

Slide 21 - Tekstslide