Wiskunde A voor het eindexamen training 2023 statistiek

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma: STATISTIEK

- Groepen vergelijken
- Normale verdeling
     -populatieproportie
     -steekproefproportie
     -betrouwbaarheidsinterval


Slide 2 - Tekstslide

Groepen vergelijken
Maak een tabel met cum.percentages of een rel.cum.freq.polygoon

Slide 3 - Tekstslide

Groepen vergelijken met formules
Kruistabel met nominale variabele
Gemiddelde en stand.afw zijn gegeven of af te leiden uit de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 14 oplossen met...
A
Effect grootte
B
PHI
C
Max. VCP
D
Boxplots vergelijken

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 14 oplossen met...
A
Effect grootte
B
PHI
C
Max. VCP
D
Boxplots vergelijken

Slide 6 - Quizvraag

Geef de betreffende kruistabel:

Slide 7 - Open vraag

Vraag 15 oplossen met...
A
Effect grootte
B
PHI
C
Max. VCP
D
Boxplots vergelijken

Slide 8 - Quizvraag

Los vraag 15 op, let op welke getallen te gebruiken!

Slide 9 - Open vraag

Vraag 14 oplossen met...
A
Effect grootte
B
PHI
C
Max. VCP
D
Boxplots vergelijken

Slide 10 - Quizvraag

Los op:

Slide 11 - Open vraag

Examen wiskunde:
Onderdelen:
- Goniometrie

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de normale verdeling?
  • Symmetrische Verdeling gecentreerd rond de mediaan
  • mediaan, modus en gemiddelde zijn ongeveer hetzelfde
  • standaardafwijking speelt een grote rol

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
bron:wiskunjeleren

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld 2:

Slide 15 - Tekstslide

Populatieproportie
Hierbij gaat het bijvoorbeeld als je wil weten welk deel (=proportie) van de Nederlanders een slaapprobleem heeft 
Voorbeeld: van de 16, 7 miljoen mensen hebben er 4 miljoen een slaapprobleem. De populatieproportie is dan

167000004000000=0,2395...

Slide 16 - Tekstslide

Maar....
Het is niet mogelijk om alle Nederlanders te ondervragen of ze een slaapprobleem hebben....

Dus ga je een steekproef doen (die natuurlijk representatief moet zijn)............

Slide 17 - Tekstslide

Wanneer is een steekproef representatief?
A
Als de steekproef netjes is
B
Als de steekproef aselect en voldoende groot is
C
Als de steekproef door een expert wordt uitgevoerd
D
Als de steekproefproportie meer dan 50% is

Slide 18 - Quizvraag

Steekproefproportie
Je een onderzoekt een deel van de Nederlanders en vraagt of ze een slaapprobleem hebben.
Van de 1000 ondervraagde Nederlanders in jouw steekproef geven er 248 aan een slaapprobleem te hebben. De steekproefproportie is dan



Slide 19 - Tekstslide

Dus,
24,9 % van de Nederlanders in jouw steekproef geven aan dat ze een slaapprobleem hebben. 
Als de steekproef representatief is kan dit ook een schatting zijn van het percentage van alle Nederlanders met een slaapprobleem.

Slide 20 - Tekstslide

95% Betrouwbaarheidsinterval
Voor de populatie kunnen we een betrouwbaarheidsinterval uitrekenen. 
In het formuleblad op het examen staat:



Ook al staat hier geen 'p dakje' de p is de gevonden steekproefproportie

Slide 21 - Tekstslide

Wat zegt een 95% betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde?
Het 95% betrouwbaarheidsinterval zegt iets over hoe ver het werkelijk populatiegemiddelde van het steekproefgemiddelde vandaan kan liggen met een zekerheid van 95%
Het populatiegemiddelde ligt met 95% zekerheid tussen de gevonden grenzen van dit 95% betrouwbaarheidsinterval.

Slide 22 - Tekstslide

Betrouwbaarheidsinterval 
van een POPULATIEGEMIDDELDE

Slide 23 - Tekstslide

Begrippen
Populatiegemiddelde  
In Nederland zitten leerlingen van 4 havo gemiddeld  ..... minuten  per dag aan hun huiswerk.

Steekproefgemiddelde     ̅X: 
In een steekproef van 1000 leerlingen uit 4 havo zitten leerlingen gemiddeld 64 minuten per dag aan hun huiswerk
μ

Slide 24 - Tekstslide

Berekening populatiegemiddelde: je berekent hier altijd een betrouwbaarheidsinterval
Voor de berekening van het 95% of 68% betrouwbaarheidsinterval van het populatiegemiddelde krijg je de volgende gegevens:
Steekproefgemiddelde, steekproefomgang,  en de steekproefstandaardafwijking S

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat gaat vaak mis bij het berekenen van het betrouwbaarheidsinterval voor het populatiegemiddelde?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Populatiegemiddelde of steekproefgemiddelde?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Welke tips en valkuilen voor wiskunde ken je?

Slide 31 - Woordweb

Lineaire formule
exponentiële formule
recht evenredige formule
Kwadratische formule
Wortelformule
 y = x^2 + 2x
 N = gt · b
y = ax + b 
 y = √a × √b
y = ax

Slide 32 - Sleepvraag


Slide 33 - Open vraag


Slide 34 - Open vraag


Slide 35 - Open vraag

Aan het werk!

Wat? Maak de examenopdrachten en kijk per opdracht na.
Hoe? Mag overleggen, vooral alleen
Resultaat? Samen bespreken

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Geef aan via de smileys hoe jij de training van wiskunde A vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Zet hier je tip of je top voor de volgende keer.

Slide 39 - Open vraag