Wonen en huishouden hoofdstuk 3 ( Keuze klas 3)

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent
dit gevaarsymbool?
Wat betekent 
dit gevaarsymbool
A
Brandbare stoffen
B
Giftige stoffen
C
Bijtende stoffen
D
Schadelijke stoffen

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent
dit gevaarsymbool?
Wat betekent 
dit gevaarsymbool
A
Brandbare stoffen
B
Giftige stoffen
C
Bijtende stoffen
D
Explosieve stoffen

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent oxiderend?
A
Een stof die bij contact met zuurstof in brand vliegt/aangetast wordt
B
Een bijtende stof
C
Een stof dat slecht voor het milieu is
D
Een stof dat makkelijk in de brand vliegt

Slide 4 - Quizvraag

Schoonmaken doe je in een bepaalde volgorde om het beste resultaat te bereiken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Maar eerst ..........   schoon, daarna ..........
Werk van ......... naar  .........
Werk van ..........  naar ..........
droog
nat
boven
beneden
schoon
vuil

Slide 6 - Sleepvraag

         Kleine Quiz!
Je werkt van boven naar beneden.
Je werkt van schoon naar vuil.
Je werkt van buiten naar binnen.
Je werkt in een logische volgorde.
Je werkt steeds linksom of rechtsom.
Eerst de kasten, tafels en vensterbanken dan pas stofzuigen.
Eerst de wasbank en tegeltjes daarna de wc bril.
Je gaat eerst stoffen en stofzuigen en daarna pas dweilen.
Eerst de ramen lappen en dan meubels afnemen.
Je begint en eindigt bij het zelfde punt en werkt niet kris kras door de ruimte.

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Video

Waarom is desinfecteermiddel slecht voor het milieu?

Slide 9 - Open vraag

Wat versta jij onder hygiënisch werken in de zorg?   (bladzijde 160 uit je boek)

Hygiëne

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video