Van Doelen naar Plan van Aanpak

Ik maak kennis met de cliënt en het ondersteuningsplan
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ik maak kennis met de cliënt en het ondersteuningsplan

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
- Terugblik: SMART
- Plan van aanpak
- Zelfstandig werken aan de eindopdracht






          

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Ken ik de relatie tussen ondersteuning- en/of zorgvragen en doel.
  • Kan ik het begrip ‘SMART doelen uitleggen.
  • Kan in overleg doelen (korte en lange termijn) volgen de SMART methode opstellen .
  • Kan een plan van aanpak op basis van de 5 w's formuleren voor het behalen van doelen van de cliënt.





 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: SMART
Van Inventarisatie van wensen en behoeften ga je naar doelen. 
Doelen formuleren we SMART:

S= specifiek
M= meetbaar
A= acceptabel
R= realistisch
T= tijdsgebonden

Slide 4 - Tekstslide

S= specifiek

> Wat wil je bereiken?
> Wie zijn erbij betrokken?
> Waar vindt het plaats?
> Wanneer vindt het plaats?
> Waarom wil je dit bereiken?

Slide 5 - Tekstslide

M = meetbaar

> Hoeveel ga je doen of moet gedaan worden?
> Hoe kun je dat meten?
> Welk resultaat levert dat op?

A= acceptabel

> Is het doel aanvaardbaar: staat cliënt achter zijn leerdoel?
 > Is het doel logisch gebaseerd op huidige of eerdere omstandigheden, gebeurtenissen of gedragingen?
 > Is er voldoende draagvlak om het doel te bereiken: staan andere betrokkenen achter het doel?

Slide 6 - Tekstslide

R =  realistisch

> Is het doel haalbaar?
> Is het plan uitvoerbaar: zijn de stappen richting het doel aanvaardbaar en haalbaar voor alle betrokkenen?
> Zijn de kennis, mogelijkheden en middelen aanwezig om het doel te behalen?
> Is het doel niet te eenvoudig te behalen (waardoor bepaalde acties niet nodig zijn) 
> Is het doel relevant, oftewel zinvol voor je cliënt?

Slide 7 - Tekstslide

T = tijdgeboden

> Wanneer starten de activiteiten?
> Wanneer worden de acties beëindigd?
> Wanneer is het doel behaald?

Slide 8 - Tekstslide

Van doel naar plan van aanpak
5 W-vragen:

Wie: voor welke cliënt en wie zijn er betrokken bij de uitvoering?  
Wat: welke activiteiten gaat de cliënt uitvoeren?
Waar: waar gaat de cliënt de activiteiten uitvoeren?
Wanneer: op welke dagen en tijden voert de cliënt de activiteiten uit?
Waarmee: welke middelen zijn nodig en hoe kom je daaraan? 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1
Halima (23) heeft een verstandelijke beperking.  Zij woont in een woongroep en heeft tot doel om zelfstandig met het OV naar haar werk te kunnen reizen.

Hoe zouden we het SMART doel kunnen omschrijven? (klassikaal)

Bedenk een plan van aanpak hoe zij dit zou kunnen aanpakken. (individueel)

Denk daarbij aan de 5 W-vragen. 
Wat moet je kunnen om zelfstandig met OV te kunnen reizen?
Maak tussenstappen en denk aan jouw rol als begeleider.

Slide 10 - Tekstslide

Eindopdracht
Werk met je duopartner zelfstandig verder aan de eindopdracht: 

> Begeleidingsdoel m.b.v. de SMART methode
> Plan van aanpak m.b.v. de 5 W-vragen

Zie 4.4 en 5.3 van je boek Methodisch begeleiden. 

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Ken ik de relatie tussen ondersteuning- en/of zorgvragen en doel.
  • Kan ik het begrip ‘SMART doelen uitleggen.
  • Kan in overleg doelen (korte en lange termijn) volgen de SMART methode opstellen .
  • Kan een plan van aanpak op basis van de 5 w's formuleren voor het behalen van doelen van de cliënt.





 

Slide 12 - Tekstslide

Vooruitblik
Huiswerk:

Lees thema 5.3 uit je boek Methodisch begeleiden.

Volgende week:
Evalueren

Slide 13 - Tekstslide