14.2 Voedsel produceren

Welkom
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Kringloop (vorige les)
(Her)Introductie wolven in Yellowstone

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Voedsel produceren
                                       Wie maken ons voedsel?

  • Akkerbouwers: Voedingsgewassen; graan, mais, aardappelen
  • Tuinbouwers: Groente en fruit
  • Veehouders: Vlees, melk, eieren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Veel van hetzelfde.
aantal inwoners NL steeg -> meer voedsel nodig + veel voedsel export -> efficiënter = specialisme in óf vee- óf akkerbouw. 
Monocultuur: één soort (voedings)gewas op een grote akker
Intensieve veehouderij - veehouders houden zoveel mogelijk vee op één ruimte. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Begrippen
  • Bio-industrie
  • monocultuur
  • mest/krachtvoer
  • plaag/gewasbescherming
  • veredelen/fokken

Slide 9 - Tekstslide

Zelf doen
Zoek deze begrippen op en beschrijf ze in je eigen woorden!

Slide 10 - Tekstslide

Maken
14.2:  3 t/m 6

Slide 11 - Tekstslide

Welkom

Slide 12 - Tekstslide

Waarom zijn er regels voor boeren?

Slide 13 - Tekstslide

Opbrengst verhogen
Mest - opbrengst van akker verhogen (mineralen voor groei)

krachtvoer - voer met éxtra eiwittenen mineralen -> vee groeit sneller. 

Slide 14 - Tekstslide

Super gewassen en super vee 
*Veredelen - kruisen van rassen om betere/gewenste eigenschappen te krijgen. 

*Fokken- het kruisen van dieren voor optimale opbrengst;  dieren voortplanten met beste eigenschap ; meer vlees, meer melk.

Slide 15 - Tekstslide

Streven naar maximale opbrengst

Dit heeft gevolgen voor het milieu
(Filmpje)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Waarom zijn er regels voor boeren? 
Veeteeltbedrijven: meer mest dan nodig. -> mestoverschot. ->
Teveel mestverspreiding over land ->
overbemesting. - meer mineralen dan grond/planten nodig heeft - mineralen komen in grondwater in natuurgebieden - > vermesting (eutrofiëring) -> milieuproblemen.

Slide 18 - Tekstslide

Eutrofiëring:
Eutrofiëring = vermesting
-> milieuproblemen:
1. sommige planten gaan exreem hard groeien/andere verdwijnen. Bijv: heide
2. Waterbloei -> snelle groei van algen/kroos -> afbraak van bacteriën kost véél zuurstof -> alle dieren in sloot dood. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Baltic sea (oostzee)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Verzuring van de bodem

ammoniak: stinkende gas in mest -> veroorzaakt verzuring. 
1. ammoniak in bodem -> bacterién zetten dit om in nitraat + salpeterzuur

2. ammoniak komt in lucht -> bij neerslag in bodem -> omgezet in salpeterzuur

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Maken
Opdracht 7 t/m 14

Slide 25 - Tekstslide

Welkom

Slide 26 - Tekstslide

Korte terugblik
Regels voor boeren

Slide 27 - Tekstslide

In de intensieve veehouderij hebben de bedrijven veel grond om veevoer te verbouwen
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Milieuregels
  • Regels voorkomen o.a... :
  • Eutrofiëring:  teveel mineralen in oppervlaktewater
  • Gifophoping:  gif wordt doorgegeven in de voedselketen
  • Verzuring:  ammoniak uit mest
  • Dierenleed

Slide 29 - Tekstslide

Hoe heet het troebel worden van het water als gevolg van vermesting?
A
eutrofiëring
B
turbulentie
C
uitspoeling
D
algenbloei

Slide 30 - Quizvraag

EUTROFIËRING ONTSTAAT DOOR
A
teveel voedingsstoffen
B
te weinig voedingsstoffen
C
teveel dieren in het water
D
alledrie antwoorden zijn goed

Slide 31 - Quizvraag

Eutrofiëring in water.
Waardoor sterven uiteindelijk de waterdieren zoals vissen?
A
Door gebrek aan zonlicht
B
Door gebrek aan zuurstof
C
Door gebrek aan voedsel

Slide 32 - Quizvraag

Verzuring
  • In dierlijke mest zit ammoniak. Dit gas veroorzaakt op twee manieren verzuring
  • In de bodem: door bacteriën omgezet naar nitraat en salpeterzuur
  • In de lucht: terug in aarde door neerslag, deel reageert in de lucht met O2 en H2O tot salpeterzuur

Slide 33 - Tekstslide

Regels voor boeren
1. Ze mogen niet méér mineralen op land brengen dan hun gewassen op kunnen nemen. Daarom- verplicht hun  ‘mineralenboekhouding’ bijhouden.

2. Mest niet over het land verspreiden, maar met machine in de grond spuiten: mestinjectie (bron 9).

Slide 34 - Tekstslide

Regels voor gewas beschermingsmiddelen

2 eisen aan gewasbesch.middelen: 1.De middelen werken selectief: doden zo veel mogelijk alleen de plaagorganismen.
2,De middelen zijn biologisch afbreekbaar: af te breken door schimmels+ bact. -> Gif blijft dan niet heel lang in de bodem zitten.

Slide 35 - Tekstslide

Gifophoping
Gif lang in bodem? -> planten opname -> consumenten ook gif opname -> gifstoffen doorgave -> einde keten = gifophoping

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Regels voor het welzijn van dieren

- Uiten van natuurlijk gedrag van dier graag.
-> Goede leefomstandigheden creëren.
-Belemmering natuurlijk gedrag? -> abnormaal gedrag; bv kippen pikken elkaar/ varkens bijten in stalen hekken.
-> Dus: Regels over minimale hoeveelheid ruimte + licht. 
 

Slide 39 - Tekstslide

Dusss..
Waarom zijn er zoveel regels voor boeren


1. Overbemesting/mestoverschot: regels voor bemesting
2. Gifophoping: regels voor gewasbeschermingsmiddelen
3. Welzijn van de dieren: regels voor het welzijn van de dieren.

Slide 40 - Tekstslide

Maken
Opdracht 15 t/m 21

Slide 41 - Tekstslide