Over wat echt belangrijk is

Over wat echt belangrijk is 

1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 130 min

Onderdelen in deze les

Over wat echt belangrijk is 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les:
Leerdoelen:
  • Je kunt het verschil tussen gewone vragen en levensvragen uitleggen.
  • Je kunt aangeven wanneer mensen levensvragen stellen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou een levensvraag?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Godsdienst / Levensbeschouwing


We houden ons niet alleen bezig met feiten, maar ook met vragen over wat er belangrijk is in je leven; met levensvragen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 
Maak opdracht 1, 2 en 3
Doe dit zelfstandig

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw afvaller bij vraag 2a.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw top 3?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gewone vragen en levensvragen
We Lezen samen bladzijde 7

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewone vragen en levensvragen
  • Gewone vragen: vragen waarop je een duidelijk antwoord kunt geven. Te controleren met feiten, met je zintuigen.

Slide 9 - Tekstslide

Levensvragen worden ook wel bestaansvragen of filosofische vragen genoemd. 
Levensvragen
- Levensvragen: hierbij wordt gevraagd naar meningen, meningen over wat heel belangrijk is. Er is geen definitief antwoord op.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is er in je leven iets gebeurd dat jouw bestaan voor een belangrijk deel bepaalt?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak zelfstandig opdracht 4,5,6,7,8
 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer stellen mensen levensvragen?
  • Bij een gebeurtenis die levensvragen oproept.
  • Bij verwondering die levensvragen oproept.  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden op levensvragen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen naar meningen over wat heel belangrijk is 
Gewone vraag 
Levensvraag
Vragen met een duidelijk antwoord.

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer stellen mensen ook alweer levensvragen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze les:
Leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat een levensbeschouwing inhoudt
  • je kunt uitleggen wat levensvragen zijn.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen persoonlijke en gemeenschappelijke levensbeschouwing
  • Je kunt uitleggen dat levensbeschouwing iets met je doet en dat je er iets mee doet 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een levensbeschouwing?
Levensvragen gaat over de zin en betekenis van wat bestaat. hier blijf je over nadenken, en hiermee vorm je een mening (die trouwens wel mag veranderen!)

Hierbij hebben we het over je levensbeschouwing: jouw antwoorden op levensvragen. Jouw mening over wat bestaat en wat jij belangrijk vindt. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het woord uit elkaar halen
Je kunt het woord 'levensbeschouwing' ook uit elkaar halen.
'Leven' en 'beschouwing'.

beschouwen: nadenkend bekijken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
We lezen bron 3 op blz. 10
Maak opdracht 9 en 10

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord kies jij van opdracht 11
A
Antwoord 1
B
Antwoord 2
C
Antwoord 3
D
Antwoord 4

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Lees nog eens opdracht 11 en maak hem nu helemaal zelf

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke en gemeenschappelijke levensbeschouwing blz. 12
Levensbeschouwing
individueel = jouw levensvragen en jouw antwoorden op levensvragen 
Gemeenschappelijk = levensvragen en antwoorden van een groep

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Lees Bron 4
Maak opdracht 12,13,14

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensbeschouwing blijkt ook uit wat je doet
wat je denkt

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak opdracht 15

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Lees bron 6
maak opdracht 16 en 17

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is filosofie?
We weten dat levensvragen zijn waar een bijzonder soort nadenken voor nodig is. 
Dit bijzonder soort nadenken, noemen we filosoferen.
Filosoferen is dus het nadenken over levensvragen.
Of, nog secuurder, nadenken over je levensbeschouwing. 

Het woord filosofie komt uit het oude Griekenland, en houdt in 'liefde voor wijsheid'. 

Slide 28 - Tekstslide

Dus over vragen nadenken waar geen zeker antwoord op kan worden gegeven.
Opdracht 
Maak opdracht 18, 19

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jezelf verwonderen 
We stellen levensvragen bij:
  1. Ingrijpende gebeurtenissen
  2. Verwondering over zaken in je dagelijks leven

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is iemand die intelligent is automatisch een wijs persoon?
-2100

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij wijze mensen in je omgeving?

Slide 32 - Open vraag

Waar zit dat 'wijs zijn' hem dan in?
Opdracht 
Lees zelfstandig blz. 17
Maak opdracht 20 in tweetallen (blz. 18 en 19)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over wat echt belangrijk is 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les:
Leerdoelen:
  • Je kunt aangeven waarom wijs worden handig is
  • Je kunt uitleggen waarom communicatie handig is
  • Je kunt de drie regels voor een goed gesprek benoemen
  • Je kent het verschil tussen het ik-standpunt en het jij-standpunt

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij wijs willen worden? Waarom?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je eraan?
  1. het kan nuttig zijn voor andere vakken die je hebt op school. 
  2. Het kan je praktische levenswijsheid geven.
  3. Het kan van pas komen als er iets ingrijpends in je leven gebeurd.  

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
We lezen samen blz. 20 Het nut van nadenken over je levensbeschouwing
Maak vraag 21,22

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie?
Bij goed nadenken over jezelf, kun je iets hebben aan de mening van anderen; 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heb je iets aan de mening van een ander?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij goed nadenken over jezelf, kun je iets hebben aan de mening van anderen; je leert immers niets van mensen die precies hetzelfde denken als jij.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het fijn om hierover met anderen te communiceren?
Van de mening, en argumenten, van een ander kun jij wijzer worden.
Je kunt samen tot een beter antwoord komen door op elkaar te reageren.
Belangrijk hierbij: Goed luisteren!

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We lezen bron 8
Maak zelf opdracht 23, 24

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We lezen samen blz. 22 Een goed gesprek over levensvragen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij de belangrijkste regel voor een goed gesprek?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3 regels 
  1. Openstaan voor de ander
  2. Eerst nadenken, dan pas iets zeggen
  3. Gebruik argumenten en word niet persoonlijk 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou het verschil tussen "veel praten" en een "goed gesprek"?

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht 25,26

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We lezen blz. 23
maak opdracht 27

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We lezen blz. 24
Maak opdracht 28,29,30

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ik- en jij-standpunt 
Jij bekijkt de wereld vanuit jouw referentiekader, met jouw bril, jouw ogen, jouw positie en vanuit jouw belang. Jouw ik-standpunt. 
Vaak heb je niet eens door dat iedereen zo'n ander referentiekader heeft. Probeer jezelf af en toe eens te verplaatsen in de ander, in het ik-standpunt van de ander kruipen dus. Als het je lukt door de bril van een ander te kijken, neem je het jij-standpunt in. 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een meningsverschil hebt (bijvoorbeeld) met je ouders: probeer je jezelf dan ook wel eens te verplaatsen in het standpunt van je ouders?
A
ja
B
nee
C
soms
D
nooit

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We lezen samen blz. 25

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er begrippen uit de les die je niet duidelijk vindt? Heb je nog vragen?

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nog even naar de leerdoelen kijken?
  • Je kunt aangeven waarom wijs worden handig is
  • Je kunt uitleggen waarom communicatie handig is
  • Je kunt de drie regels voor een goed gesprek benoemen
  • Je kent het verschil tussen het ik-standpunt en het jij-standpunt
  • je kunt de begrippen van blz. 25 uitleggen

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies