8.2 - Oorzaken van gedrag

Testen wat je weet
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Testen wat je weet

Slide 1 - Tekstslide

Gedrag is...
A
Een reactie van een mens
B
Het waarnemen van een prikkel
C
Alles wat een mens of dier doet
D
Een respons

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een gedragsketen?
A
Serie handelingen in vaste volgorde
B
Gedrag dat altijd gebeurt

Slide 3 - Quizvraag

Is dit een ethogram
en/of een protocol?
A
Zowel een ethogram als een protocol
B
Ethogram
C
Protocol
D
Geen van beiden

Slide 4 - Quizvraag

In en ethogram staat:
A
de gedragselementen
B
de gedragselementen en de omschrijving hiervan.
C
de gedragselementen en de afkorting hiervan.
D
de gedragselementen, de afkorting en de omschrijving hiervan.

Slide 5 - Quizvraag


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 6 - Quizvraag

8.2 - Oorzaken van gedrag

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
8.2.1 Je kunt beschrijven waardoor gedrag wordt veroorzaakt en hierbij sleutelprikkels en supranormale prikkels onderscheiden

Slide 8 - Tekstslide

Prikkels
Prikkels zijn veranderingen die je waarneemt in je omgeving of lichaam. Zintuigen kunnen signalen in de omgeving oppikken
Via impulsen gaat het naar je hersenen, daar wordt het bewust gemaakt en een reactie gestuurd naar je spieren en/of klieren, de respons

Prikkels die je zintuigen waarneemt zijn
uitwendige prikkels
Prikkels die in het lichaam zelf ontstaan 
zijn inwendige prikkels
De combinatie van deze twee zorgt voor
gedrag

Slide 9 - Tekstslide

Motivatie
Niet op alles wordt gereageerd
Of er een reactie plaats vindt en in welke mate hangt af van de motivatie
Hoe hoger de motivatie hoe sterker de reactie. De motivatie en de prikkel vormen samen gedrag

Bv: heb je honger? Dan is de motivatie om eten te halen als je langs de cafetaria loopt groter dan wanneer je een volle maag hebt

Slide 10 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Een sleutelprikkel is een prikkel die altijd dezelfde reactie oproept, vaak sterker dan een normale vergelijkbare prikkel

Bijvoorbeeld jonge meeuwen pikken meer naar een snavel met een rode vlek dan zonder de rode vlek

Slide 11 - Tekstslide

Supranormale prikkel
Een prikkel die een sterkere respons veroorzaakt dan een normale sleutelprikkel is een supranormale prikkel
Vaak is dit de sleutelprikkel maar dan groter/meer aanwezig


Sleutelprikkel en supranormale prikkels worden ook gebruikt om consumentengedrag te beïnvloeden door ze bijvoorbeeld in reclames te gebruiken

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Thema 8, basisstof 2
Opdracht 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8
8 gaat over onderzoek doen, wat informatie uit thema 1 is dus vraag om hulp als je er niet uit komt!
Ben je klaar? Vraag om een nakijkboekje en kijk zelfstandig na
Maak daarna de test jezelf online en neem al een keer de flitskaarten door

Werk fluisterend samen met de buurman/buurvrouw aan de tafel naast je

Slide 13 - Tekstslide

Afsluitingsvragen
Wat is het verschil tussen een inwendige en uitwendige prikkel?

Slide 14 - Tekstslide

Afsluitingsvragen
Waarvan is gedrag afhankelijk naast de prikkels die we krijgen?

Slide 15 - Tekstslide

Afsluitingsvragen
Wat is een supranormale prikkel?

Slide 16 - Tekstslide