TV4 samengevat alle kenmerkende aspecten

Steden en staten
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Steden en staten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Door welke oorzaken ontstonden weer steden?

Slide 3 - Open vraag

maak vraag 7 op blz 57 

Slide 4 - Tekstslide

Waardoor werden steden machtiger?

Slide 5 - Open vraag

Waaruit bestond het bestuur van een middeleeuwse stad?
A
uit schepenen en patriciërs
B
uit het magistraat en de schepenen
C
uit de vroedschap en de magistraat
D
uit de vroedschap en de patriciërs

Slide 6 - Quizvraag

was iedereen burger in de stad?
A
Ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

In 496 werd Clovis, de koning van de Franken, gedoopt in de kathedraal van Reims (Frankrijk) door bisschop Remigius. Zowel in de vroege als in de late middeleeuwen werd deze doop door de rooms-katholieke kerk met afbeeldingen in herinnering gebracht. Hiermee kon de kerk haar positie versterken.
4p 4 Toon dit voor zowel de vroege als de late middeleeuwen aan, telkens met
een kenmerkend aspect uit die tijd. (2019 I vwo)

Slide 10 - Open vraag

Een bewering:
De opkomst van handel en nijverheid droeg bij aan de versterking van het
centrale gezag in de late middeleeuwen.
2p 5 Leg deze bewering uit. (2019 I vwo)

Slide 11 - Open vraag

In de late middeleeuwen vond het begin van staatsvorming en
centralisatie plaats en werden steden in toenemende mate zelfstandig.
Aan deze twee ontwikkelingen lag een onderlinge afhankelijkheid van
landsheren en steden ten grondslag.
2p 5 Leg deze onderlinge afhankelijkheid uit. (2019 II vwo)

Slide 12 - Open vraag

Waarom lukt staatsvorming in Frankrijk wel en in Duitsland niet?

Slide 13 - Open vraag

Hoe werd de macht van Engelse koningen beperkt?

Slide 14 - Open vraag

hoe versterkte Filips de Goede de centralisatie?
A
invoering van stadhouders
B
oprichting van een universiteit (Leuven)
C
invoering van een Staten-Generaal
D
aanstellen van ambtenaren

Slide 15 - Quizvraag

Welke rol speelt de Salische wet in het overgaan van de Nederlanden in Oostenrijkse handen?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Investituurstrijd

Slide 19 - Woordweb

Tussen wie was de investituurstrijd?

Slide 20 - Open vraag

Waarom willen Duitse keizers zo graag bisschoppen benoemen als vazallen?
A
Bisschoppen zijn meer trouw aan de keizer en kunnen bovendien geen kinderen als opvolgers hebben
B
Bisschoppen zijn vroom: dat wil zeggen dat ze zich goed en netjes gedragen.
C
Bisschoppen kunnen het volk goed onder controle houden, omdat bisschoppen christelijke leiders zijn.
D
Bisschoppen zijn heel goed in het besturen van een stuk land.

Slide 21 - Quizvraag

Welke bewering over de investituurstrijd is juist?
A
De investituurstrijd begon toen de Duitse koning wilde scheiden van zijn vrouw en de paus geen toestemming gaf.
B
De investituurstrijd ging over de vraag wie de Duitse bisschoppen mocht benoemen: de paus of de Duitse koning.
C
De investituurstrijd werd gewonnen door de Duitse koning, die de steun had van de machtige Duitse keurvorsten.
D
De investituurstrijd had tot gevolg dat Duitsland een eenheidsstaat werd, met een machtige koning aan het hoofd.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

kruistochten

Slide 24 - Woordweb

Kruistochten kwamen omdat...
A
Het idee uitgevonden was in 1098
B
christenen wilden de arabieren uit Jeruzalem verdrijven
C
De mensen moesten zondigen
D
de Arabieren begonnen Europese delen aan te vallen

Slide 25 - Quizvraag

Leg uit dat het begrip reconquista een westers perspectief vertegenwoordigt.

Slide 26 - Open vraag

Maken vraag 8 op blz 68

Slide 27 - Tekstslide

huiswerk
Maken examentraining TV3 en TV4. 

Slide 28 - Tekstslide