12.5-2 De nieren V5 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 12.5 De nieren deel 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 12.5 De nieren deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 12.5 je kunt
15a. uitleggen wanneer renine wordt aangemaakt en welk effect het op de nierwerking heeft (BINAS 89A)
15b. uitleggen wanneer aldosteron wordt aangemaakt en welk effect het op de nierwerking heeft (BINAS 89A)
 15c. uitleggen hoe de water- en zouthuishouding door je nieren de bloeddruk beïnvloed (BINAS 85D)
15d. uitleggen hoe de gevolgen van alcohol samenhangen met de invloed van alcohol op de nierwerking

Slide 2 - Tekstslide

Zonder te spieken:

Benoem de onderdelen
Benoem de processen

Slide 3 - Tekstslide

Voorurine -> urine
In het filtraat/ de voorurine zitten: water, glucose, zouten, ureum, andere afvalstoffen.

1. Glucose en andere voedingsstoffen moet weer terug in de bloedbaan.
2. Water en zouten moeten deels weer terug in de bloedbaan.
3. Ontzuren van het bloed

Slide 4 - Tekstslide

BINAS 85C

Slide 5 - Tekstslide

Osmotische waarde in de nier
Laag in de nierschors 
(ongeveer gelijk aan 
bloedplasma en 
weefselvloeistof)
Hoog het het niermerg

Slide 6 - Tekstslide

Tegenstroompricipe
Het bloed rond het nier-
buisje loopt de andere
kant op dan de voorurine.
Dit bevorderd de terug-
resorptie van water.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hormonen - Renine/Aldosteron
Lage bloeddruk->
zorgt voor Renine afgifte door nieren ->
vormt Angiotestine I ->
vormt Angiotestine II -> 
zorgt voor Aldosteron afgifte door de bijnieren
Zie BINAS 89A en 85D


Slide 9 - Tekstslide

Tweede gekronkelde nierbuisje
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen.

Hoe meer Aldosteron hoe meer zout (plus water) er uit de voorurine wordt gehaald.








Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hormonen - ADH
Te veel zout in het bloed (hoge osmotische waarde) ->
ADH (anti-diuretisch hormoon) afgifte door de hypofyse

Zie BINAS 89A en 89D


Slide 12 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Waterkanalen zorgen voor terugstromen water in het bloed.

ADH zorgt voor toename van het aantal waterkanalen in de celmembranen van de cellen in het verzamelbuisje

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hormonen - Bloeddruk
Renine en ADH zijn ook betrokken bij het regelen van de bloeddruk. Veel water vasthouden betekent een hogere bloeddruk. 
Veel water verliezen betekent een lagere bloeddruk -> plaspillen

Bekijk ook BINAS 85D



Slide 16 - Tekstslide

Alcohol en de nieren
Alcohol remt de productie van ADH.
Dit betekent een hogere urineproductie dan nodig dus relatief veel vochtverlies -> hoofdpijn



Slide 17 - Tekstslide

Vraag
Bij een proefpersoon wordt extra water aan het bloed toegevoegd. Welk gevolg zal dit hebben voor de osmotische waarde van de voorurine en die van de urine:

De osmotische waarde van de voorurine .....1.....stijgt/daalt
De osmotische waarde van de urine ......2......stijgt/daalt

Slide 18 - Tekstslide

Nieren
en nu: oefenen!

In Goformative staat een vragenlijst klaar over de nieren.

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoel 12.5 je kunt
15. de regulatie van de water- en zouthuishouding in de nieren door hormonen uitleggen

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ in je boek.
Kies een leerweg.
Maak de opdrachten bij de
behandelde leerdoelen.




Slide 21 - Tekstslide