Naar de dokter

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Naar de dokter

G

• Pak je telefoon
• Ga naar lesson up.com
• Vul de code in
• Doe mee

Het doel van deze les

In deze les oefen ik met woorden die horen bij het thema 

dokter

Welke woorden horen bij de dokter?

We kijken naar een filmpje

Na het filmpje beantwoord je vragen

Waarom belt de vrouw?

1. Zij is ziek
2. Haar man is ziek

Hoe laat kan de man naar de dokter?

1. Om half 6
2. Om half 7
3. Om 6 uur

De man heeft ook last van...

1. zijn keel en hoofdpijn
2. pijn in zijn nek

Is de man verkouden?

1. Ja
2. Nee

Heeft de man koorts?

1. Ja
2. Nee

Je wilt een afspraak maken.
De assistente zegt dat het woensdag kan. Dat vind je te laat. Wat zeg je?

1. Dat is goed
2. Kan het niet eerder?
3. Tot woensdag!

Iemand niest.
Wat zeg je?

1. Gezondheid!
2. Succes!
3. Gefeliciteerd!

Taalrap

Oefenen

- oefen de taalrap

- Maak opdracht.... uit Taalcompleet

Oefen het gesprekje in tweetallen.

Opdracht:

- We gaan in tweetallen een gesprekje oefenen.

- De ene persoon is de dokter, de ander de patiënt. 

- Je krijgt van mij het probleem waar de patiënt last van heeft.

- Je houdt een gesprek van 5 minuten, dan gaan we wisselen van rol. 

Na 5 minuten wordt de dokter de patiënt en de patiënt wordt de dokter