V1 4.1 - Leven op het platteland

Nieuw hoofdstuk, nieuw tijdvak!

4.1 Leven op het platteland 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nieuw hoofdstuk, nieuw tijdvak!

4.1 Leven op het platteland 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Huiswerkmoment
  • Uitleg
  • Leerdoelen
  • Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Bovenaan: 4.1 - Leven op het platteland
Aantekeningen
.......................................................................................................................
.......................................................................................................................
Huiswerk (eerst paragraaf lezen!!!!!!!!)
In principe alle opdrachten in je schrift (behalve aankruisvragen. Als je dit doet zet je er "boek" in je schrift" 


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de economie in de vroege middeleeuwen in West-Europa veranderde en die veranderingen verklaren.
  • Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.
  • Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de middeleeuwen?

Slide 5 - Woordweb

Waar waren we met het Romeinse Rijk gebleven?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Einde van het 
West- Romeinse Rijk (AT)

  • 476 n. Christus. Wat is het gevolg?
  • Allemaal losse koninkrijken 
  • Nieuwe naam: middeleeuwen. Waarom die naam?
  • Periode tussen twee bloeiperioden in
  • Pas later zo genoemd
  • Twee tijdvakken.

Slide 8 - Tekstslide


Hoe heet dit tijdvak?
A
Tijd van Ridders en Monniken
B
Tijd van Monniken en Ridders
C
Tijd van Ridders en Kerken
D
Tijd van Kerken en Ridders

Slide 9 - Quizvraag

Grote veranderingen
  • Romeinse Rijk valt uiteen
  • Agrarische samenleving: boeren, bijna geen steden
  • Handel verdwijnt, geld verdwijnt
  • Boeren zijn bang, waarom?
  • Veel oorlogen
  • Waar zoeken ze bescherming?
  • Een (domein)heer = een machtige boer

Slide 10 - Tekstslide

Domein = Groot stuk samengesteld land (AT!)
  • Machtige boer = domeinheer
  • Drie delen:
  • 1) Vroonland: woont de heer op zijn eigen boerderij. Opbrengsten domeinheer
  • 2) Hoeveland: andere boeren wonen er. Deel opbrengst aan domeinheer
  • 3) Woeste gronden: bossen/rivieren. Opbrengsten aan domeinheer
  • Ruilhandel = er bestaat geen geld meer
  • Autarkisch
  • Samen schema maken.

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Lees 4.1
Maak 3, 4, 5, 9 en 12. Werk netjes, ik ga hier naar kijken!

Slide 12 - Tekstslide

Hofstelsel = economisch
  • Heer = militaire beschermen
  • Boeren werken op het land
  • Scheve verhoudingen: 3 soorten boeren
  • Lijfeigenen. Soort slaven
  • Horige, wat hield dat in?
  • Niet vrij. Opbrengst ruilen voor bescherming. Herendiensten. Toestemming nodig
  • Vrije boer: eigen grond, moesten wel meevechten.
  • Economische systeem heet hofstelsel!.

Slide 13 - Tekstslide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 14 - Tekstslide

Leg eens in eigen woorden (!) uit..
  • Je kunt beschrijven hoe de economie in de vroege middeleeuwen in West-Europa veranderde en die veranderingen verklaren.
  • Je kunt beschrijven hoe een middeleeuws domein eruitzag.
  • Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden.

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Slide 16 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 17 - Open vraag

De vroege middeleeuwen lopen van
A
500 - 1500
B
1000 - 1500
C
500 - 1000

Slide 18 - Quizvraag

Agrarische samenleving is een samenleving waarin...
A
Alle mensen wonen in de stad en zijn ambachtslieden
B
Mensen zowel in de stad als op het platteland wonen
C
Bijna alle mensen boeren zijn en op het platteland wonen

Slide 19 - Quizvraag

De agrarische samenleving ontstond door
A
de val van het West-Romeinse Rijk
B
de val van het Oost-Romeinse Rijk

Slide 20 - Quizvraag

Horigen
A
Boeren met een eigen stukje land
B
Boeren die wonen en werken op land heer

Slide 21 - Quizvraag

Herendiensten zijn klusjes die een vrije boer moest doen voor de heer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Horigen moesten in tijden van oorlog meevechten in het leger van de heer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk
Lees 4.1
Maak 3, 4, 5, 9 en 12. Werk netjes, ik ga hier naar kijken!

Slide 24 - Tekstslide