Les 2 Moeite met lezen en schrijven

Les 2 
Moeite met lezen en schrijven
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2 
Moeite met lezen en schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
Je leert overeenkomsten en verschillen aan te wijzen tussen lezen aan de ene kant en kijken en luisteren aan de andere kant. 

Slide 2 - Tekstslide

Samen bespreken na de video:
  • welke problemen hebben mensen die moeite hebben met lezen en schrijven?
  • Wat betekent "laaggeletterd", denken jullie?

Schrijf de antwoorden in je werkboekje bij opdracht 1. 

Slide 3 - Tekstslide

Kijkvraag:
Wie blijken uiteindelijk laaggeletterd te zijn?

Schrijf je antwoord bij opdracht 2 in je werkboekje. 

Slide 4 - Tekstslide

Kijkvragen:
  • De mensen in de video raken geëmotioneerd. Waaraan kan je dat zien?
  • Hoe zou dat komen dat de laaggeletterde mensen emotioneel raken?
  • Hoe komt het dat de vrienden emotioneel raken?

Slide 5 - Tekstslide

Aan het eind van de video staat dat de deelnemers na het volgen van de taalcursus sterker in hun schoenen staan. 
  • Wat betekent "sterker in je schoenen staan"?
  • Waarom zouden de deelnemers sterker in hun schoenen staan?
  • Waarom denk je dat de mensen die eerst laaggeletterd waren hebben meegewerkt aan de video?
  • Hoe zou jij reageren als iemand jou verteld dat hij/zij laaggeletterd is? 

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijk
Een tekst die je leest gaat altijd ergens over > Dat noem je het onderwerp.
Wat de schrijver je wil vertellen over het onderwerp dat noem je de boodschap.
Filmpjes, video's en televisieprogramma's hebben ook een onderwerp en boodschap. Deze vind je door goed te kijken en te luisteren. 

Slide 7 - Tekstslide

Lezen
  • Je kunt in je eigen tempo lezen en teruglezen. 
  • Als je een woord niet kent kun je de betekenis vaak achterhalen.
  • Wanneer je een tekst leest, zie je zelf voor je wat er gebeurt. 
Kijken en luisteren
  • De filmmaker bepaalt het tempo van de film.
  • De filmmaker bepaalt wat je ziet.
  • De filmmaker gebruikt niet alleen tekst, maar ook beeld, muziek en geluid. 

Slide 8 - Tekstslide

Maak opdracht 7, 8 en 9, Schrijf de antwoorden in je werkboekje. 
Na 5 minuten bespreken we dit samen. 

timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide