Week 22 Nederlands 3 havo H. 1 en H. 2 woordsoorten

Nederlands 3 havo week 22
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands 3 havo week 22

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 2 - Tekstslide

Weektaken
  • Nakijken huiswerk van vorige week (antwoorden staan aan het eind van de les).
  • Maak de quizvragen over de voornaamwoorden.
  • Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 73-74) over voegwoorden.
  • Hoe is het met je vlog? Ik ben heel benieuwd!!

Slide 3 - Tekstslide

Maar eerst...
Eerst even ontspannen met een goed boek!

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken


  1. Opdracht 9 en 10 op bladzijde 253-254 (de antwoorden staan weer aan het eind van de les).

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week oefen je met:
  • het herkennen en benoemen van het aanwijzend, vragend, onbepaald en betrekkelijk voornaamwoord.
  • voegwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling vorige week
Vorige week hebben we geoefend met spelling. De nadruk lag op de juiste vorm van de werkwoorden op de goede plek in de zin plaatsen. 

Slide 7 - Tekstslide

Grammatica - hoofdstuk 1
  • Lees de theorie op bladzijde 73 en de volgende dia's.
  • Lees de theorie op bladzijde 271-274 in je boek. 
  • Maak na het doornemen van de theorie de quizvragen om je kennis te toetsen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen
Geef aan of het onderstreepte woord een aanwijzend, vragend of onbepaald voornaamwoord is.

Slide 16 - Tekstslide


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 17 - Quizvraag


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 18 - Quizvraag


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 19 - Quizvraag


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 20 - Quizvraag


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 21 - Quizvraag


A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Opdrachten
Voegwoorden
Maak: opdracht 1 t/m 4 (blz. 73-74)

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
Weet je weer wat voornaamwoorden zijn en komen voegwoorden je ook weer bekend voor?

Slide 26 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 9 op bladzijde 253

1 filialen, failliet 
2 sollicitatiebrief, curriculum vitae 
3 restauratie, enigszins 
4 congruentie 
5 parlementariër, re-integratie, sowieso 
6 psycholoog, empathisch, chagrijnig 
7 vacature, functie-eisen 
8 percentage, ambassadeur, escalatie 
9 militairen, nationaliteiten, syndroom 
10 arbeidsethos, astronomisch 
 

Slide 27 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 10 op bladzijde 253/254

1 pvvt: ontvoerden, bn: bezette, pvvt: had, vd: gewaagd. 
2 pvtt: kunnen, inf: genieten, bn: gerenoveerde 
3 pvvt: floot, pvvt: spitste, pvvt: draafde, od: kwispelend 
4 pvtt: houdt 
5 gw: kneed 
6 pvtt: strompelt, bn: gekneusde, od: aarzelend 
7 pvvt: durfde, inf: rijden 
8 pvtt: wordt, vd: gemoderniseerd, vd: opgeknapt 
9 pvtt: gebeurt, bn: afgedankte 
10 pvtt: cirkelt, bn: ontsnapte, pvvt: vluchtte 

Slide 28 - Tekstslide

Weektaak 22 afgerond

Slide 29 - Tekstslide