§ 1.4 De wisselkoers en de betalingsbalans

§ 1.4 Wisselkoers en betalingsbalans
Wat is de factoren beïnvloeden de wisselkoers?

Kernwoorden:
- betalingsbalans
- vrij zwevende wisselkoers
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§ 1.4 Wisselkoers en betalingsbalans
Wat is de factoren beïnvloeden de wisselkoers?

Kernwoorden:
- betalingsbalans
- vrij zwevende wisselkoers

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Invloed betalingsbalans op wisselkoers

Op de betalingsbalans staan ontvangsten en uitgaven m.b.t. geldstromen met het buitenland.

Een ontvangst vanuit het buitenland zorgt voor een ...............

................................................ een munt.

Een uitgave aan het buitenland zorgt voor een .....................

................................................ een munt.

Slide 3 - Tekstslide

Als de ontvangsten groter zijn dan de uitgaven op de betalingsbalans, zorgt dit voor een ........................................werking op de munt.

Als de ontvangsten kleiner zijn dan de uitgaven, zorgt dit voor een ................................
werking op de munt.

Slide 4 - Tekstslide

Invloed betalingsbalans op wisselkoers

Op de betalingsbalans staan ontvangsten en uitgaven m.b.t. geldstromen met het buitenland.

Een ontvangst vanuit het buitenland zorgt voor een stijging van de vraag naar een munt.

Een uitgave aan het buitenland zorgt voor een stijging van het aanbod van een munt.

Slide 5 - Tekstslide

Als de ontvangsten groter zijn dan de uitgaven op de betalingsbalans, zorgt dit voor een appreciërende werking op de munt.

Als de ontvangsten kleiner zijn dan de uitgaven, zorgt dit voor een depreciërende
werking op de munt.

Slide 6 - Tekstslide

Invloed wisselkoers op betalingsbalans

Stel dat wisselkoers van een land stijgt. Dan zal:

  • de ....................... van dat land dalen, want het land wordt duurder voor andere landen. Hierdoor zal de lopende rekening van de betalingsbalans verslechteren.
  • de ...................... van dit land stijgen, want andere landen worden goedkoper. Ook hierdoor zal de LR / BB verslechteren.

Slide 7 - Tekstslide

Invloed wisselkoers op betalingsbalans

Stel dat wisselkoers van een land stijgt. Dan zal:

  • de export van dat land dalen, want het land wordt duurder voor andere landen. Hierdoor zal de lopende rekening van de betalingsbalans verslechteren.
  • de import van dit land stijgen, want andere landen worden goedkoper. Ook hierdoor zal de LR / BB verslechteren.

Slide 8 - Tekstslide

Dempende werking zwevende wisselkoers

Via het marktmechanisme zal de wisselkoers zich aanpassen als de betalingsbalans niet in evenwicht is.


Slide 9 - Tekstslide

Stel dat Nederland een tekort heeft op de betalingsbalans met het VK. De vraag naar de euro is dus .................. dan het aanbod. Hierdoor .......................... de euro (t.o.v. het pond).

  • Nederland wordt zo weer aantrekkelijker voor VK, en import vanuit VK / export naar VK stijgt weer.
  • Het pond ........................, zodat VK minder aantrekkelijk wordt om vanuit te importeren door Nederland.
  • Dus, de export van Nederland stijgt en de import van Nederland daalt, waardoor het tekort op de betalingsbalans minder wordt (betalingsbalans verbetert).

Slide 10 - Tekstslide

Stel dat Nederland een tekort heeft op de betalingsbalans met het VK. De vraag naar de euro is dus lager dan het aanbod. Hierdoor deprecieert de euro (t.o.v. het pond).

  • Nederland wordt zo weer aantrekkelijker voor VK, en import vanuit VK / export naar VK stijgt weer.
  • Het pond apprecieert, zodat VK minder aantrekkelijk wordt om vanuit te importeren door Nederland.
  • Dus, de export van Nederland stijgt en de import van Nederland daalt, waardoor het tekort op de betalingsbalans minder wordt (betalingsbalans verbetert).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Conjunctuur & wisselkoers
Stel, Zwitserland heeft een vaste wisselkoers met het EMU-gebied. Als nu het EMU-gebied een laagconjunctuur krijgt, zal het ............ importeren vanuit Zwitserland. Dan zal daar de export en dus de ................................................... dalen. Zo wordt een laagconjunctuur dus doorgegeven (bij vaste wisselkoersen).

Slide 13 - Tekstslide

Als Zwitserland een vrij zwevende wisselkoers had gehad, zou de internationale voortplanting van de conjunctuur minder zijn geweest.

Als de EMU minder vanuit Zwitserland importeert, zal de vraag naar Zwitserse Francs ................. . Hierdoor daalt de koers van de Zwitserse Franc, waardoor Zwitserland weer aantrekkelijker wordt. De .............................. van Zwitserland naar het EMU-gebied zal weer iets aantrekken, waardoor de effectieve vraag / BBP in Zwitserland minder daalt (dan bij vaste wisselkoersen).

Slide 14 - Tekstslide

Conjunctuur & wisselkoers
Stel, Zwitserland heeft een vaste wisselkoers met het EMU-gebied. Als nu het EMU-gebied een laagconjunctuur krijgt, zal het minder importeren vanuit Zwitserland. Dan zal daar de export en dus de effectieve vraag / BBP dalen. Zo wordt een laagconjunctuur dus doorgegeven (bij vaste wisselkoersen).

Slide 15 - Tekstslide

Als Zwitserland een vrij zwevende wisselkoers had gehad, zou de internationale voortplanting van de conjunctuur minder zijn geweest.

Als de EMU minder vanuit Zwitserland importeert, zal de vraag naar Zwitserse Francs dalen. Hierdoor daalt de koers van de Zwitserse Franc, waardoor Zwitserland weer aantrekkelijker wordt. De export van Zwitserland naar het EMU-gebied zal weer iets aantrekken, waardoor de effectieve vraag / BBP in Zwitserland minder daalt (dan bij vaste wisselkoersen).

Slide 16 - Tekstslide