Toets Slimme apparaten Natuur Groep 8
1 / 52
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Apparaten kunnen net als mensen, zien, horen, ruiken of voelen. Ze doen dat met.....
A
signalen
B
sensoren
C
stuursystemen
D
processor
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een sensor. Leg uit.
Slide 3 - Open vraag
Wat is de functie van een sensor?
Slide 4 - Open vraag
Waarvoor kunnen sensoren gebruikt worden. Noem een 4 voorbeelden.
Slide 5 - Open vraag
Leg uit hoe een ruitenwisser werkt.
Slide 6 - Open vraag
Sensor
Geen sensor
Automatische schuifdeur
Elektrische heggenschaar
Roltrap
Rookmelder
Televisie
Mobiele telefoon
Afstandsbediening
Koffiezetapparaat
Slide 7 - Sleepvraag
Wat geeft een sensor af.....
Slide 8 - Open vraag
Een sensor is een onderdeel van een...
Slide 9 - Open vraag
Wat meet de sensor in apparaten?
Er loopt iemand langs
Er zijn rookdeeltjes in de lucht
De temperatuur in de kamer daalt.
Rookmelder
Thermostaat
Bewegingsmelder
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is een stuursysteem?
Slide 11 - Open vraag
Wel een sturingssysteem
Geen sturingssysteem
Airbag
Bureaulamp
Automatische ruitenwisser
Inbraakalarm
Slagroomklopper
Slide 12 - Sleepvraag
Een stuursysteem bestaat uit ..............
Slide 13 - Open vraag
Wat is een signaal. Leg uit.
Slide 14 - Open vraag
Hoe werkt een stuursysteem? Leg uit.
Slide 15 - Open vraag
In welke volgorde werkt een stuursysteem van een bewegingsmelder
Het alarm vangt het signaal op
De sensor stuurt een signaal door
Het alarm gaat af
De sensor ziet iets bewegen
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is een robot?
Slide 17 - Open vraag
Hoe noemen we het wanneer een hele serie ja-nee vragen een uitkomst bepalen?
Slide 18 - Open vraag
Wat doet een robot met een beslisschema?
Slide 19 - Open vraag
Computers maken gebruik van beslisschema's
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een computer?
Slide 21 - Open vraag
Wat zie je op de foto?
A
Robot
B
Beslisschema
C
Processor
D
Robotarm
Slide 22 - Quizvraag
De computer bestaat uit een...
A
robotarm
B
sensor
C
processor
D
signaal
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een processor?
Slide 24 - Open vraag
Waarom worden computer steeds sneller?
A
Mensen leren er steeds beter mee omgaan.
B
De processor wordt steeds sneller
C
Computers snappen het verschil tussen ja en nee beter
Slide 25 - Quizvraag
Veel klussen doen wij met onze handen. Robots doen dat met... vul in en leg het woord uit.
Slide 26 - Open vraag
Wanneer is een apparaat een robot?
A
Als het armen en benen heeft.
B
Als het beweegt en piepjes maakt.
C
Als het zelf meet, beslist en meerdere handelingen uitvoert
D
Als het een stuursysteem heeft.
Slide 27 - Quizvraag
Mens
Robot
Welke onderdelen van de robot kunnen deze delen van de mens vervangen?
Arm
Gewrichten
Spieren
Buizen of stangen
Motortjes
Scharnieren
Slide 28 - Sleepvraag
Een robotarm wordt niet moe
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Een robotarm ziet eruit als een mensenarm
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Robots zien er allemaal hetzelfde uit.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quizvraag
Wat moet een robotstofzuiger kunnen?
Wel kunnen
Niet kunnen
Een tafelpoot herkennen.
Iets zien dat in de weg staat.
Van richting veranderen.
Zien of het dag of nacht is.
Weten wanneer hij zichzelf moet opladen.
Slide 32 - Sleepvraag
Een slim apparaat heeft een heleboel sensoren die allemaal twee standen kennen: aan (1) en uit (0).
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Waarom helpen robots chirurgen bij moeilijke operaties?
A
Ze kunnen nauwkeurig werken
B
Ze kunnen op plekken komen waar chirurgen moeilijk bij kunnen.
C
Ze kunnen onverwachte problemen bij een operatie oplossen.
Slide 34 - Quizvraag
Wat is een humanoïde robot?
Slide 35 - Open vraag
Waar wordt een humanoïde robot voor gemaakt? Noem 2 dingen
Slide 36 - Open vraag
Wat is een programmeur?
Slide 37 - Open vraag
Kan een humanoïde robot gezichten herkennen?
A
Ja
B
Nee
Slide 38 - Quizvraag
Waar slaat een humanoïde robot beelden op die hij herkent?
Slide 39 - Open vraag
Wat is het geheugen?
Slide 40 - Open vraag
Wat is kunstmatige intelligentie?
Slide 41 - Open vraag
Mensen bedenken steeds nieuwe robots om problemen op te lossen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 42 - Quizvraag
Wat is een zelflerende robot?
Slide 43 - Open vraag
Robots nemen besluiten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 44 - Quizvraag
Er bestaan zelflerende robots
A
Waar
B
Niet waar
Slide 45 - Quizvraag
Een robot heeft hersenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 46 - Quizvraag
Robots kunnen goed rekenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 47 - Quizvraag
Waarom bedenken mensen steeds nieuwe soorten robots?
A
Om problemen op te lossen
B
Om ons te vermaken
C
Omdat mensen niks meer zelf willen doen
Slide 48 - Quizvraag
Robotbij
Zelfsturende auto
Robot - oog
Drones
Snelle hulp bij een ramp
Files op de weg
Blind zijn
Voedseltekort
Slide 49 - Sleepvraag
Hoe herkent een robot een persoon?
A
Hij kan zich de vorige ontmoeting precies herinneren
B
Hij vergelijkt het gezicht snel met alle gezichten in zijn geheugen
C
Hij voelt een emotie bij een persoon
Slide 50 - Quizvraag
Voor welke taken is een robot geschikt?
Wel geschikt
Niet geschikt
Boodschappen scannen
Schroeven aandraaien
Tekenles geven
Pakjes uit een magazijn halen
Een gesprek voeren
Slide 51 - Sleepvraag
Wat moet een programmeur in het programma eisen zetten van een robotstofzuiger?
Wel
Niet
De kleur van de stofzuiger
Wat hij moet doen als hij bij de deur komt
Wat hij moet doen als hij bij de tafelpoot komt
Weten hoe hij moet opladen
De prijs van de stofzuiger in de winkel
