6.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland

Hoofdstuk 6
Welvaart wereldwijd 





6.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
6.2 Arm zijn is arm blijven
6.3 Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
6.4 Hoe dragen wij ons steentje bij.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Welvaart wereldwijd 





6.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
6.2 Arm zijn is arm blijven
6.3 Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
6.4 Hoe dragen wij ons steentje bij.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?


  • Laatste hoofdstuk voor het SE
  • Hoofdstuk 6
  • Leerdoelen en uitleg 6.1
  • Zelfstandig aan het werk
  • Leerdoelen controleren

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Nederland Handelsland
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
       Aan het einde van deze les kun je uitleggen:

  • ...welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben​
  • ...waarom arme landen weinig exportinkomsten hebben​
  • ...wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen
LEERDOELEN 6.1 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is arm?

  • Arme landen kunnen niet goed voorzien in eerste levensbehoefte.
  • Wat waren de 1e levensbehoeften ook alweer?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is arm?


Nederland is een rijk land, maar er zijn ook landen waar de inwoners te weinig geld verdienen om in hun eerste levensbehoeften te kunnen voorzien.

Slide 7 - Tekstslide

Welvaart

Slide 8 - Tekstslide

Welvaart
Is Nederland rijk?​

  • In een land is er welvaart als de inwoners in veel van hun behoeften kunnen voorzien. ​
 
  • Je kunt de welvaart tussen landen eenvoudig vergelijken door naar het inkomen per hoofd van de bevolking te kijken. 
  • Hoe bereken je dat nu?

Slide 9 - Tekstslide

Berekening inkomen per hoofd van de bevolking
  • Inkomen per hoofd van de bevolking = 
  • Nationaal inkomen : aantal inwoners. 
  • Voorbeeld: Nederland heeft een nationaal inkomen van     680 miljard en 17,1 miljoen inwoners.
  • Tip schrijf de getallen voluit!
  • 680.000.000.000 : 17.100.000 = 39.766 euro per inwoner

Slide 10 - Tekstslide

Om zelf te oefenen
Land      Nationaal inkomen     aantal inwoners    inkomen per hoofd
Australië   € 1.149 miljard                22.751.014                € 50.503
Amerika   € 16.852 miljard             321.368.864               € 52.438        
Zimbabwe € 27,5 miljard                 13.566.848               € 2.027
China      € 19.397,7 miljard           1.367 miljoen              € 14.190

Slide 11 - Sleepvraag

Nationaal inkomen : aantal inwoners
Inkomen per hoofd van de bevolking berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Nederland heeft een nationaal inkomen van ​
€ 680 miljard en 16,9 miljoen inwoners.

Wat is het inkomen per hoofd van Nederland?

Slide 13 - Open vraag

Welvaart vergelijken
Kijkend naar het inkomen per hoofd van de bevolking is niet genoeg om iets te zeggen over de welvaart in een land. ​
  • Je moet ook kijken naar:​
  • de verdeling van arm en rijk over de bevolking
  • zelfvoorziening​ 
  • koopkracht
  • collectieve voorzieningen zoals onderwijs of gezondheidszorg

Slide 14 - Tekstslide

Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Bepalen welvaart op basis van:

  • Inkomen per hoofd van de bevolking
  • (On)gelijke inkomensverdeling
  • Koopkracht
  • Omvang informele productie
  • Aanwezigheid en kwaliteit collectieve voorzieningen

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken ontwikkelingslanden:

Slide 16 - Tekstslide

Ongelijke inkomensverdeling


Een klein deel van de bevolking kan heel rijk zijn, een groot deel arm. 
Er is dan een ongelijke inkomensverdeling.

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk deze Lorenzcurve.

Welke van de drie curves is die van een ontwikkelingsland? A, B of C?
A
Curve A
B
Curve B
C
Curve C

Slide 18 - Quizvraag

Kenmerken ontwikkelingslanden

  1. Laag inkomen per hoofd van de bevolking
  2. Ongelijke inkomensverdeling
  3. Hoge werkloosheid
  4. Ondervoeding
  5. Snelle bevolkingsgroei
  6. Analfabetisme
  7. Beperkte technische ontwikkeling
  8. Eenzijdige economische structuur
Nationaal inkomen is vaak afhankelijk van één sector

Slide 19 - Tekstslide

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
slechte infrastructuur
B
monocultuur
C
snelle bevolkingsgroei
D
weinig analfabetisme

Slide 20 - Quizvraag

Hoe vergelijk je welvaart tussen landen?
A
Door te meten hoe gelukkig mensen zijn
B
Meten hoe hoog het nationaal inkomen is
C
Kijken of er gelijke inkomensverdeling is

Slide 21 - Quizvraag

Monocultuur
Ontwikkelingslanden zijn vaak afhankelijk van maar één of enkele landbouwproducten.

Slide 22 - Tekstslide

Monocultuur
Nadelen;
  • Oogst kan mislukken
  • Prijzen kunnen dalen van dat betreffende product
  • Dit laatste kan leiden tot ruilvoetverslechtering

Slide 23 - Tekstslide

Ruilvoet
  • Is de verhouding tussen de prijs van een exportproduct en de prijs van een importproduct 
  • voor een ontwikkelingsland is de ruilvoet vaak slecht.
  • Wat wij exporteren is vaak goedkoop en wat zij importeren is duur

Slide 24 - Tekstslide

Ruilvoet voorbeeld
  • Ruilvoetverslechtering

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

  • Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan
Buffervoorraden
  • Export: koffiebonen
  • Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)

Slide 27 - Tekstslide

Zelf aan de slag
  • Hoeveel tijd heb je nog? Wat kun je nog afkrijgen?
  • Kijk op its learning welke vragen je van 6.1 moet maken.
  • Optie 1 Zelfstandig werken aan de opdrachten
  • Optie 2 Opdrachten samen met je buurman/vrouw maken
  • Optie 3 Ik doe niets = geen optie!!!

Slide 28 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden --> monocultuur --> afhankelijk van exportinkomsten van één product --> prijzen bepaald op de wereldmarkt --> grote prijsschommelingen.


Exportmarkt

Slide 29 - Tekstslide

Buffervoorraden --> grote productie dan vraag --> deel van product wordt opgeslagen en verkocht wanneer de vraag stijgt 

Gevolg: vraag en aanbod blijft in evenwicht en prijzen stabiel.
Exportmarkt

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Ruilvoet
Verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten

Bij ontwikkelingslanden is ruilvoet vaak slecht --> exportproduct goedkoop, import product duur.

Slide 32 - Tekstslide

  • Ruilvoet verslechtering

Slide 33 - Tekstslide

Koffie is een belangrijk exportproduct van Rwanda (land in Oost-Afrika).
Stel dat de exportprijs van koffie uit Rwanda stijgt en de importprijzen voor Rwanda niet veranderen.
Wat zal er dan gebeuren met de ruilvoet van Rwanda?
A
De ruilvoet van Rwanda zal gelijk blijven
B
De ruilvoet van Rwanda zal verslechteren
C
De ruilvoet van Rwanda zal verbeteren

Slide 34 - Quizvraag

De verdeling van welvaart in de VS
Vraag: Welke conclusie kun je hieruit trekken?

Slide 35 - Tekstslide

          Zelf aan het werk 



In deze les kun je aan het werk met de opdrachten van
 paragraaf 6.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?. 
Je kunt nu vragen stellen of fluisterend overleggen. 


 
rood = Iedereen is stil aan het werk
  

oranje = Je mag de docent een vraag stellen


groen = Je mag met elkaar fluisterend 
overleggen   

Slide 36 - Tekstslide