Irregular verbs test

Welk woord mist?
To bring-brought-brought-..........
A
geven
B
brengen
C
bringing
D
have
1 / 28
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welk woord mist?
To bring-brought-brought-..........
A
geven
B
brengen
C
bringing
D
have

Slide 1 - Quizvraag

Welk woord mist?
..........-blew-blown-blazen
A
Have
B
blew
C
To blow
D
blow

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord mist?
To hold-............-held-(vast)houden
A
hold
B
hald
C
held
D
have

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord mist?
...............-rang-rung-bellen
A
rang
B
rung
C
to ring
D
ring

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord mist?
to see-saw-..........-zien
A
seen
B
sawn
C
see
D
saw

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord mist?
To speak-..........-spoken-spreken
A
speak
B
spoken
C
spoke
D
speaked

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord mist?
To leave-left-........-vertrekken
A
leaved
B
left
C
loft
D
leave

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord mist?
To Think-..............-Thought-Denken
A
Thinked
B
Thinks
C
Thought
D
thinking

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord mist?
To forbid-...........-forbidden-verbieden
A
Forbade
B
Forbid
C
Forbide
D
Forbids

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord mist?
To wear-wore-............-dragen (kleding)
A
Woren
B
Wore
C
Weared
D
Worn

Slide 10 - Quizvraag

Maak de rijtjes af.
Voorbeeld: To bring....
Vul in:
brought, brought

Dus het woord in de verleden tijd dan een komma en dan het volgende woord.

Slide 11 - Tekstslide

Maak het rijtje af;
To become........

Slide 12 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To do....

Slide 13 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To throw....

Slide 14 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To draw....

Slide 15 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To sting...

Slide 16 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To shake...

Slide 17 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To write...

Slide 18 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To break

Slide 19 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To fight...

Slide 20 - Open vraag

Maak het rijtje af;
To teach...

Slide 21 - Open vraag

Past simple or present perfect
Vervoeg het werkwoord op de juiste manier

Slide 22 - Tekstslide

We have _______________ (to drive) for 900 miles now.

Slide 23 - Open vraag

What _______________( to do) you do yesterday?

Slide 24 - Open vraag

We have ____________________ (to deal) with living in Tornado Alley for 5 years now.

Slide 25 - Open vraag

A couple of years ago I ____________( to have) a very sweet cat, unfortunately I could not keep it.

Slide 26 - Open vraag

This has never ________________ (to be) a beautiful house.

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide