H5 - Kruistochten

De Middeleeuwen
Kruistochten
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
Kruistochten

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de kruistochten?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat de oorzaken en gevolgen van de kruistochten zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een kruistocht?
= Een bewapende tocht van christenen die 'het Heilige land' wilden veroveren op de Islam

  • Heilige land = Huidige Israël en Palestina
  • Jeruzalem
  • Moslims

Slide 4 - Tekstslide

Godfried van Bouillon

Slide 5 - Tekstslide

Seldjoeken (Turks islamitisch  volk) nemen steeds meer gebied in
Veroveringen van Byzantijnse Rijk --> Keizer vraagt paus om hulp

Slide 6 - Tekstslide

1095: Paus Urbanus II

Slide 7 - Tekstslide

Heilige stad --> Jeruzalem

Slide 8 - Tekstslide


Contact tussen 
christenen en moslims



  • Het contact is meestal vreedzaam: handel
  • Pelgrims hebben vrij toegang tot Palestina en Jeruzalem
  • Dit verandert als een Turks volk,  Jeruzalem wil veroveren en de Heilige Grafkerk van de christenen verwoesten 

Slide 9 - Tekstslide


Problemen in het 
Byzantijnse Rijk



  • De keizer van het Byzantijnse Rijk voelt zich bedreigd.
  • de Turken hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dichtbij zijn het Byzantijnse rijk.
  • De keizer vraagt de paus in het westen om hulp

Slide 10 - Tekstslide


Een Heilige Oorlog


  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk

Slide 11 - Tekstslide

Anti-oorlog
'Bellum Justum' = Rechtvaardige oorlog

Slide 12 - Tekstslide

Wie gingen er met Godfried mee op kruistocht?
  • Europese adel 
  • Soldaten
  • Kinderen - Kinderkruistocht 
  • Armen
  • Vrouwen

Slide 13 - Tekstslide

Waarom wilde Godfried meevechten?





  • de Heilige stad bevrijden.
  • Schulden van kruisvaarders zou worden vergeven
  • Hun zonden konden vergeven worden door de kruistocht, soort aflaat
  • Een avontuur waar je rijk van kon worden en grond innemen.
  • Ridders kunnen eigen koninkrijken stichten.

Slide 14 - Tekstslide

- 1096 - Eerste kruistocht
(1/9)
- 3000 km
- 320.000 kruisvaarders
- Drie jaar op reis
- Slechts 40.000 komen aan!

Slide 15 - Tekstslide

Video
Fragment: Kingdom of Heaven (2005)
Aanval op Jeruzalem (1187)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Saladin vecht terug




  • De moslims, die Jeruzalem ook als een Heilige stad zien, vechten terug.
  • Dit mond uit in een jarenlange strijd om het Heilige Land tussen de christenen en de moslims. 
  • De eerste Kruistocht was nog enigszins succesvol, de latere (2e t/m de 9e) niet meer. Alle pogingen daarna waren om de erfenis van de eerste te blijven handhaven

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen 




  • Enorme slachtpartij, veel doden aan beide kanten.
  • Er vindt vermening plaats tussen Europeanen en Arabische cultuur. 
  • Het westen leert heel veel van de Arabieren.
  • Kennis over de Arabische cultuur en wetenschap (cijfers) in Europa neemt toe.
  • Toename handel in Europa (Italië) en het Midden-Oosten.
  • Kruisvaardersstaten 

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn: Kruistochten
A
Oorlog tegen de aanhangers van Islam.
B
Tocht langs een kruispunt.
C
Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden.
D
Een tocht naar een verboden gebied.

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer waren
de kruistochten?
A
0-500
B
0-1500
C
500-1000
D
1000-1500

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel kruistochten zijn
er gehouden?
A
7
B
8
C
6
D
9

Slide 22 - Quizvraag

Waarom werden
Kruistochten georganiseerd?
A
Om het geloof te verspreiden.
B
Om de handel te versterken.
C
Om tegen moslims te vechten.
D
Om Jeruzalem te bevrijden.

Slide 23 - Quizvraag

Wie liepen er NIET mee
met de kruistochten
A
moslims
B
arme mensen
C
kinderen
D
soldaten

Slide 24 - Quizvraag

Wat past NIET
bij kruistochten
A
Er vielen veel doden.
B
Het Heilige Land werd voor tijdelijk veroverd.
C
Het waren handelsreizen.
D
De reis duurde jaren.

Slide 25 - Quizvraag

De kruistochten hadden zowel positieve als negatieve gevolgen. Noem van beide een voorbeeld.

Slide 26 - Open vraag

Weektaak:

1HV:
- Maken: Test Jezelf 5.1. 5.2 en 5.3

Vragen?

Slide 27 - Tekstslide

Wat zou je nog willen vragen?

Slide 28 - Open vraag

Meest voorkomende manier van oorlog is om geloofsredenen

Slide 29 - Tekstslide