Tegenwoordige tijd en verleden tijd

Ziel:
Du kannst über Tiere in der gegenwärtigen Zeit (Präsens) und in der Vergangenheit (Perfekt) erzählen.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ziel:
Du kannst über Tiere in der gegenwärtigen Zeit (Präsens) und in der Vergangenheit (Perfekt) erzählen.

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling: Het werkwoord in de tegenwoordige tijd (das Präsens)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

(Tanzen) du gerne?
tegenwoordige tijd (o.t.t.)
A
tanzst
B
tanzt

Slide 4 - Quizvraag

Du (bremsen) oft.
tegenwoordige tijd (o.t.t.)
A
bremst
B
bremsst

Slide 5 - Quizvraag

Het werkwoord in de tegenwoordige tijd (das Präsens)

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de bijzonderheden bij het vormen van de tegenwoordige tijd (en dan met name mbt de uitgangen van de stam)?

Slide 7 - Open vraag

Voltooide tijd (Perfekt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Perfekt (=voltooide tijd)

Slide 10 - Tekstslide

Nimm 5 Verben (werkwoorden) aus deiner Wortliste und konjugiere sie (vervoegen) in ott und vtt.

Slide 11 - Tekstslide

Schreibe deine Verben auf.

Slide 12 - Open vraag

Hoe vervoeg je voltooid verleden tijd (Perfekt)?

Slide 13 - Open vraag