Introductie vroegmoderne tijd

-> Wat weet je nog over het historisch referentiekader?
Een opwarmertje...
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

-> Wat weet je nog over het historisch referentiekader?
Een opwarmertje...

Slide 1 - Tekstslide

Bij het opbouwen van het historisch referentiekader, analyseren we steeds 3 componenten. Welke zijn ze?
A
Tijd, continuïteit, verandering
B
Tijd, ruimte en maatschappelijke domeinen
C
Ruimte, ruraal en continentaal
D
Maatschappelijke domeinen, evolutie en revolutie

Slide 2 - Quizvraag

Welke zijn de 7 tijdvakken? Tipje: kleine letters

Slide 3 - Woordweb

Wanneer eindigt de klassieke oudheid? (arbitrair bepaald)

Slide 4 - Open vraag

Welke historische gebeurtenis link je aan het jaar 500?
A
Het ontstaan van Rome
B
De eerste Olympische spelen
C
De val van het West-Romeinse Rijk
D
De val van het Oost-Romeinse Rijk

Slide 5 - Quizvraag

Het begin van de hedendaagse tijd valt samen met de Franse revolutie
A
juist
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

De vroegmoderne tijd is geen radicale breuk met de middeleeuwen. Daarom is er een naam voor de periodes voor de moderne tijd. Herken je die?
A
De oudheid
B
De landbouwsamenlevingen
C
Het ancien regime
D
De middelmoderne tijd

Slide 7 - Quizvraag

Welke data horen bij de vroegmoderne tijd?
A
ca. 1450 - ca. 1750
B
ca. 500 - ca 1450
C
ca. 1750 - 1945
D
ca. 800 v.C. - ca 500

Slide 8 - Quizvraag

In welke tijd situeer je deze afbeelding?
A
het oude nabije oosten
B
de vroegmoderne tijd
C
de middeleeuwen
D
de klassieke oudheid

Slide 9 - Quizvraag

En deze afbeelding?
A
het oude nabije oosten
B
de vroegmoderne tijd
C
de middeleeuwen
D
de klassieke oudheid

Slide 10 - Quizvraag