les 4: tekststructuren

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Lezen
  • Bespreken: Leeskring -> hoe ver ben je?
  • Korte terugblik tekstdoelen en tekstsoorten
  • Tekststructuren: welke zijn er?
  • Zelfstandig:
- oefening maken
- Leeskring voorbereiden

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...


  • ken je de verschillende tekststructuren.



    Slide 3 - Tekstslide

    Slide 4 - Tekstslide

    • Functie van de titel: de lezer nieuwsgierig maken en/of het onderwerp van de tekst noemen 

    • Functie inleiding: de lezer nieuwsgierig maken en onderwerp. Dat kan op de volgende vier manieren:

    1. Het onderwerp aankondigen 
    2. Een kort grappig of bijzonder verhaaltje vertellen 
    3. Een of meer vragen stellen.
    4. De aanleiding voor het schrijven noemen 
    • Functie middenstuk: deelonderwerpen benoemen en uitleggen.

    • Functie slot: de tekst afsluiten, dat kan op de volgende drie manieren: 
    1. Conclusie
    2. Samenvatting
    3. Advies

    Slide 5 - Tekstslide

    Slide 6 - Video

    Slide 7 - Tekstslide

    Slide 8 - Tekstslide

    Slide 9 - Tekstslide

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Tekstslide

    Slide 14 - Video

    Welke tekststructuur past het best bij deze titel: 'Het ontstaan van een regenboog'
    A
    Argumentatiestructuur
    B
    Aspectenstructuur
    C
    Verklaringsstructuur
    D
    Voor- en nadelenstructuur

    Slide 15 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij deze titel: 'Kinderen moeten meer sporten op de basisschool'
    A
    Argumentatiestructuur
    B
    Aspectenstructuur
    C
    Verklaringsstructuur
    D
    Voor- en nadelenstructuur

    Slide 16 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij deze titel: 'Wel of niet een warme lunch op school?'
    A
    Argumentatiestructuur
    B
    Aspectenstructuur
    C
    Verklaringsstructuur
    D
    Voor- en nadelenstructuur

    Slide 17 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij deze titel: 'Vakken op de middelbare school'
    A
    Argumentatiestructuur
    B
    Aspectenstructuur
    C
    Verklaringsstructuur
    D
    Voor- en nadelenstructuur

    Slide 18 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij een tekst over de ontwikkeling van de telefoon tot smartphone?
    A
    aspectenstructuur
    B
    Verleden-heden(-toekomst)structuur
    C
    vraag-antwoordstructuur
    D
    argumentatiestructuur

    Slide 19 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij een tekst over de toenemende vergrijzing in Nederland en de druk op de ouderenzorg?
    A
    Verleden-heden(-toekomst)structuur
    B
    voor- en nadelenstructuur
    C
    verklaringsstructuur
    D
    probleem-oplossingsstructuur

    Slide 20 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij een tekst over wie de beste kandidaat zou kunnen zijn voor de presidentsverkiezingen van de VS?
    A
    vraag- antwoordstructuur
    B
    aspectenstructuur
    C
    verklaringsstructuur
    D
    probleem-oplossingsstructuur

    Slide 21 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij een tekst over België?
    A
    verklaringsstructuur
    B
    argumentatiestructuur
    C
    aspectenstructuur
    D
    probleem-oplossingsstructuur

    Slide 22 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij een tekst over het verplicht stellen van de fietshelm?
    A
    verklaringsstructuur
    B
    argumentatiestructuur
    C
    aspectenstructuur
    D
    probleem-oplossingsstructuur

    Slide 23 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij een tekst over de toename van het aantal verkeersongelukken?
    A
    voor- en nadelenstructuur
    B
    argumentatiestructuur
    C
    aspectenstructuur
    D
    probleem-oplossingsstructuur

    Slide 24 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij een tekst over het wonderbaarlijke herstel van de economie?
    A
    verklaringsstructuur
    B
    probleem-oplossingsstructuur
    C
    aspectenstructuur
    D
    argumentatiestructuur

    Slide 25 - Quizvraag

    Welke tekststructuur past het best bij een tekst over het al dan niet invoeren van een extra belasting op vlees?
    A
    verleden-heden(-toekomst)structuur
    B
    probleem-oplossingsstructuur
    C
    aspectenstructuur
    D
    voor- en nadelenstructuur

    Slide 26 - Quizvraag

    Klaar?
    Dan mag je iets voor jezelf doen in stilte op je laptop.

    Slide 27 - Tekstslide