Stepping Stones - T4 - Les 2

ENGELS
Theme 4 'Out and about'

Instructie Grammar
Gezamenlijk lezen 'Koko, a really special animal'

Maken: AB opdracht 11 t/m 20 (blz 91 t/m 95)

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

ENGELS
Theme 4 'Out and about'

Instructie Grammar
Gezamenlijk lezen 'Koko, a really special animal'

Maken: AB opdracht 11 t/m 20 (blz 91 t/m 95)

Slide 1 - Tekstslide

GRAMMAR 9

VRAGEN MET DO

Slide 2 - Tekstslide

GRAMMAR 9
Vragen met DO
Bij vragen met I, you, we en they begint de vraag met DO. 

De rest van de zin blijft hetzelfde.

Slide 3 - Tekstslide

GRAMMAR 9

I have a pet

Slide 4 - Tekstslide

GRAMMAR 9
I have a pet

Do I have a pet?

Slide 5 - Tekstslide

GRAMMAR 9
Vragen met DO
Bij vragen met I, you, we en they begint de vraag met DO. 

De rest van de zin blijft hetzelfde.

Slide 6 - Tekstslide

GRAMMAR 9
You sing when you're happy.


Do you sing when you're happy?

Slide 7 - Tekstslide

GRAMMAR 9
We sell fish food


Do we sell fish food?

Slide 8 - Tekstslide

GRAMMAR 9
You like cats and dogs


Do you like cats and dogs?

Slide 9 - Tekstslide

GRAMMAR 9
They eat fruit


Do they eat fruit?

Slide 10 - Tekstslide

GRAMMAR 9
Vragen met DO
Bij vragen met I, you, we en they begint de vraag met DO. 

De rest van de zin blijft hetzelfde.

Slide 11 - Tekstslide

GRAMMAR 9
Vragen met DOES
Bij vragen met he, she en it begint de vraag met DOES. 
Bij DOES verandert het werkwoord in het hele werkwoord.

Slide 12 - Tekstslide

GRAMMAR 9
He enjoys rap music.


Does he enjoy rap music?

Slide 13 - Tekstslide

GRAMMAR 9
Vragen met DOES
Bij vragen met he, she en it begint de vraag met DOES. 
Bij DOES verandert het werkwoord in het hele werkwoord.

Slide 14 - Tekstslide

GRAMMAR 9
Kelly has a parrot.


Does Kelly have a parrot?

Slide 15 - Tekstslide

GRAMMAR 9
It eats meat.


Does I eat meat?

Slide 16 - Tekstslide

SAMENVATTEND
VRAGEN MET DO EN DOES

DO en DOES zet je vooraan in de zin. 

Bij DO blijft de rest van de zin hetzelfde.

Bij DOES verandert het werkwoord in het hele werkwoord.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

GRAMMAR 10

ONTKENNINGEN MET DO

Slide 19 - Tekstslide

GRAMMAR 10

Bij I, you, we en they zet je DON'T voor het werkwoord.

Slide 20 - Tekstslide

GRAMMAR 10
I have a pet


I don't have a pet

Slide 21 - Tekstslide

GRAMMAR 10
You have a sweet dog


You don't have a sweet dog.

Slide 22 - Tekstslide

GRAMMAR 10
They like the rain


They don't like the rain

Slide 23 - Tekstslide

GRAMMAR 10
You know a lot about cats


You don't know a lot about cats

Slide 24 - Tekstslide

GRAMMAR 10
We cycle to school


We don't cycle to school

Slide 25 - Tekstslide

GRAMMAR 10
Bij he, she en it zet je DOESN'T voor het werkwoord.
 
Bij DOESN'T verandert het werkwoord in het hele werkwoord.

Slide 26 - Tekstslide

GRAMMAR 10
He knows a lot of tricks


He doesn't know a lot of tricks.

Slide 27 - Tekstslide

GRAMMAR 10
She has a pet bird


She doesn't have a pet bird

Slide 28 - Tekstslide

GRAMMAR 10
It eats nuts

It doesn't eat nuts

Slide 29 - Tekstslide

SAMENVATTEND
ONTKENNINGEN MET DO

I, you, we en they --> DON'T

He, she en it --> DOESN'T

Bij DOESN'T verandert het werkwoord in het hele werkwoord.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

KOKO, a really special animal
Tekst lezen

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Werk van vandaag
Maken AB opdracht 11 t/m 20
Luisteropdracht 17 nog niet.

Bladzijde 91 t/m 95

Slide 34 - Tekstslide