File 3 - Party Time- 28/29/30

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welcome in the English lesson! 
File 3

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je begrijpt hij je een zin negatief maakt met NOT.
Je kunt zelf zinnen ontkennend maken met don't & doesn't.
Je hebt geoefend met words C.

Slide 3 - Tekstslide

This lesson
1. explanation
making negatives
uitleggen
2. homework
bespreken
3. Make
28/29/30
homework
4.Finish the lesson
Teams
samen

Slide 4 - Tekstslide

negatives

Slide 5 - Tekstslide

I can't / won't/am not....
to be, to have, can, could, will, would, shall, should, may, might.
Wanneer je een zin met deze werkwoorden ontkennend maakt, dan plak je er NOT achter.

  • I am happy - I am not happy.
  • can Ido it for you? - I can not (can't) do it for you.
  • She is a clever student - Is she a clever student? 
 

Slide 6 - Tekstslide

do / does / don't / doesn't

Slide 7 - Tekstslide

Do
Vragen met DO
vragen met: 
 I   (ik)
you, we en they (meervoud)

De rest van de zin blijft hetzelfde:

Slide 8 - Tekstslide

Do
  • They eat fruit (to eat)
  • Do they eat fruit?

Slide 9 - Tekstslide

Do
  • You like cats and dogs (to like)
  • Do you like cats and dogs?

Slide 10 - Tekstslide

Does
Vragen met DOES

Vragen met: 
HE, SHE en IT

DOES = hele werkwoord zonder S!
To sleep = sleep

Slide 11 - Tekstslide

Does
  • He enjoys rap music. (to enjoy)
  • Does he enjoy rap music?

Slide 12 - Tekstslide

Don't and doesn't
Wanneer je zegt dat iets niet zo is.

Je zet not achter do of does.
do not= don't
does not=doesn't

Slide 13 - Tekstslide

Je gebruikt DON'T / DOESN'T bij ontkennende zinnen.

Slide 14 - Tekstslide

Don't

Bij:  I, you, we en they zet je DON'T voor het werkwoord.

Slide 15 - Tekstslide

Don't
  • I have a pet
  • I don't have a pet

Slide 16 - Tekstslide

Don't
  • You have a sweet dog
  • You don't have a sweet dog.

Slide 17 - Tekstslide

Doesn't
Bij he, she en it zet je DOESN'T voor het werkwoord.
 
Bij DOESN'T verandert het werkwoord in het hele werkwoord.

Slide 18 - Tekstslide

Doesn't
  • He knows a lot of tricks (to know)
  • He doesn't know a lot of tricks.

Slide 19 - Tekstslide

Doesn't
  • She has a pet bird (to have)
  • She doesn't have a pet bird

Slide 20 - Tekstslide

Like/Love/Prefer
  • ik hou niet van: I don't like/love...
  • Ik heb liever= I prefer...
  • ik heb liever= I'd (I would) rather have...


Slide 21 - Tekstslide

Make 28/29/30
Timer loopt nog:
  • afmaken: 25/26/27
  • practice words C
  • www.Test-english.com
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide