Carnavalswagen ontwerpen

1. Lesopening/Lesdoel                 Les 4 beeldende kunst
2. Terugblik                                      Vorige lessen   
3. Instructie                                      Stukje geschiedenis                            
4. Begeleid inoefenen                  Uitleg opdr  
5. Zelfstandig werken                   Aan de slag
6. Evaluatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1. Lesopening/Lesdoel                 Les 4 beeldende kunst
2. Terugblik                                      Vorige lessen   
3. Instructie                                      Stukje geschiedenis                            
4. Begeleid inoefenen                  Uitleg opdr  
5. Zelfstandig werken                   Aan de slag
6. Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening/Lesdoel
Voor de laatste les van de module beeldende kunst gaan we aan de slag met het thema carnaval. 

Lesdoel:
  • Je gaat een miniatuur (kleine) carnavalswagen maken of je gaat een ‘groep’ maken die in een ‘opstoet’(optocht) mee loopt.
  • Je verdiept je in een thema (wat wil ik laten/onder de aandacht brengen of uitbeelden) Het onderwerp dus.
  • Je leert je fantasie te gebruiken 
  • Je leert te werken met de spullen die je voor handen hebt.

Slide 2 - Tekstslide

2. Terugblik 
Les 1, Algemene informatie over de beeldende kunst
Les 2, Street-art opdracht
Les 3, Mediakunst
Les 4, Carnaval
Les 5, Beoordelen carnavalwagens

Slide 3 - Tekstslide

3. Instructie
Carnaval is van oorsprong een heidens volksfeest. Het valt binnen de christelijke traditie op de zondag, maandag en dinsdag direct voorafgaand aan de vastentijd van 40 dagen. In Nederland wordt het van oorsprong alleen door Katholieken gevierd, voornamelijk in het zuiden en delen van oosten van het land. Ook in België en het katholieke Rijnland in Duitsland wordt uitbundig carnaval gevierd. Carnaval is bij uitstek het feest van zotheid, spot en uitbundigheid. Inmiddels is het in verschillende plaatsen door heel Nederland een gebruik om carnaval op carnavalsvrijdag te openen. 

In Nederland hebben dorpen en steden tijdens carnaval een andere naam. Tilburg heet dan Kruikenstad en Goirle heet het Ballefruttersgat 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Wanneer gaat carnaval ‘ondergronds’?
In de zestiende eeuw ontstaat onrust. Tijdens de Reformatie is er strijd tussen protestanten en katholieken. De protestanten vinden de viering van Vastenavond te rooms, de katholieken vinden het te heidens. De strengere geloofsleer maakt een einde aan de losbandige viering van Vastenavond. In Amsterdam is het dan ook niet toegestaan om het op straat te vieren. Daar wordt het feest nog wel door een enkeling in huiselijke kring gevierd. Ook later was het boven de grote rivieren vaak niet de bedoeling om in het openbaar carnaval te vieren.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Steden en dorpen in het zuiden van het land scherpen de regelgeving rond de viering van Vastenavond aan. Het feest wordt op veel plekken besloten en soberder. Er is geen plaats meer voor het bespotten van de wereldlijke en geestelijke macht. In 1565 verbiedt ‘s-Hertogenbosch het dan ook om de elite te bespotten en verkleed als geestelijken over straat te lopen. Vaste gebruiken als hanenrijden en gansknuppelen worden nog wel toegestaan. De kinderen gaan langs de deuren om te ‘schooien’, dat bedelen betekent. Met 
de rommelpot
zingen ze liedjes in ruil voor snoepjes.

Aan het eind van de achttiende eeuw wordt de viering van Vastenavond en carnaval weer uitbundiger. De Franse overheersing brengt godsdienstvrijheid en -gelijkheid en de katholieke Vastenavondviering wordt weer vrijer. 

Slide 8 - Tekstslide

Van 1915 tot 1919 is er op veel plaatsen geen openbaar carnaval, vanwege de Eerste Wereldoorlog die dan rondom ons land woedt. Enkele steden houden achter gesloten deuren nog wel gekostumeerde bals. Na de Eerste Wereldoorlog komt het feest terug, maar in de jaren dertig wordt het vanwege de crisis sober gevierd. De bevolking zamelt geld in zodat de armen ook carnaval kunnen vieren. Een gebruik dat nog lang in stand wordt gehouden.

Ook in de Tweede Wereldoorlog is er geen ruimte voor het carnaval. Om de openbare orde te handhaven mag niemand zich vermommen. Alle steden in Limburg en Brabant schaffen het feest daarom ook af tijdens de oorlog.

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer wordt carnaval weer een groot feest?
Na de Tweede Wereldoorlog is er weer reden tot feest. De belangstelling voor het carnaval groeit weer. Carnavalsverenigingen schieten als paddenstoelen uit de grond en namen van steden worden omgedoopt. Zo wordt Eindhoven in de jaren vijftig omgedoopt tot Lampegat, een naam die verwijst naar de Philipsfabriek.

Nederlanders hebben in de jaren zestig meer te besteden en carnavalsvieringen in steden als Oeteldonk ('s-Hertogenbosch) en Mestreech (Maastricht) worden drukbezocht. Voor de wagenbouwers is de carnavalsoptocht het hoogtepunt. Maandenlang werken zij samen aan de praalwagens. Vaak ook nog ’s avonds na een lange werkdag en op de zaterdagen. Jaloers kijken de Tilburgers naar de grote carnavalsviering in Oeteldonk. In het streng katholieke Tilburg is het al honderd jaar verboden om openbaar carnaval te vieren. De kerk heeft daar erg veel macht en die vinden het uitbundige gefeest maar niets. Carnavalsvierders moeten daar tot midden jaren zestig vermomd met lange jassen over straat naar de kroeg; opnieuw een soort schuilcarnaval.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Rebelse jongeren bevrijden zich in de jaren zestig van het gezag en dwingen met een illegale carnavalsoptocht ook in Tilburg het openbare carnaval af. Er komt een carnavalsstichting en een Prins Carnaval. Het openbaar vieren van carnaval in Tilburg is in 1965 een feit.

Slide 12 - Tekstslide

4. Begeleid inoefenen
  • Je gaat dus met materiaal wat je thuis hebt werken. 
  • Dit kan speelgoed zijn, constructiemateriaal zoals lego, Knex, poppen, Kosteloos materiaal, stof, lijm, touw, garen, verpakkingen enzovoorts

  • Stap 1 Bedenk een onderwerp/thema (en maak eventueel een schets)
  • Stap 2 Verzamel materiaal
  • Stap 3 Maak je wagen of groep
  • Stap 4 Maak 2 foto’s

Slide 13 - Tekstslide

’t Opstoetje rijdt door Ontdekstation013
Hieronder zie je een filmpje dat bij het ontdekstation is gemaakt. Deze opdracht hebben al veel mensen uitgevoerd.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Voor deze opdracht heb je 2 lessen. 
Het is belangrijk dat je duidelijke foto’s hebt. De laatste les voor de vakantie gaan jullie als een echte jury de wagens of groepen beoordelen. 
Het is dus belangrijk dat je duidelijke foto’s hebt. Ook zet je erbij welk thema dat het is. 
Ik zal dan alle inzendingen bij elkaar brengen zodat we de laatste les alles kunnen beoordelen. 
Voor deze opdracht heb je tot donderdag 11-2

Het is belangrijk dat je duidelijke foto’s hebt. De laatste les voor de vakantie gaan jullie als een echte jury de wagens of groepen beoordelen.
 
Het is dus belangrijk dat je duidelijke foto’s hebt. Ook zet je erbij welk thema dat het is. 

Ik zal dan alle inzendingen bij elkaar brengen zodat we de laatste les alles kunnen beoordelen. (geen inzending is een onvoldoende)

Slide 16 - Tekstslide

5. Zelfstandigwerken
Je gaat dus met materiaal wat je thuis hebt werken. 
Dit kan speelgoed zijn, constructiemateriaal zoals lego, Knex, poppen, Kosteloos materiaal, stof, lijm, touw, garen, verpakkingen enzovoorts

Stap 1 Bedenk een onderwerp/thema (en maak eventueel een schets)
Stap 2 Verzamel materiaal
Stap 3 Maak je wagen of groep
Stap 4 Maak 2 foto’s
Stap 5 uiterlijk 11-2 vóór 15.00 uur inleveren. 

Slide 17 - Tekstslide

6. Evaluatie

Slide 18 - Tekstslide

*Plusopdracht of Klaaropdracht

Slide 19 - Tekstslide