VMS vitaal bedreigde patiënt deel 2

VMS
Vitaal bedreigde patiënt, deel 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VMS
Vitaal bedreigde patiënt, deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Spoed Interventie Systeem
Ziekenhuizen moeten daarover beschikken. Dit systeem bevat onder meer een Spoed Interventie Team (SIT).
Om onzekerheid op afdelingen te voorkomen zijn er duidelijke afspraken over inschakelen van het SIT. De SIT score speelt hier een belangrijke rol in en is gebaseerd op de EWS.

Slide 3 - Tekstslide

SIT Team op te roepen:
  • (acute) verandering in de ademhaling < 9 p/m of > 30 p/m
  • (acute) verandering in O2 saturatie < 90% ondanks toediening O2
  • (acute) verandering van hartfrequentie <40 p/m of > 130 p/m
  • (acute) verandering van de systolische bloeddruk <90 mmHG of > 200 mmHG
  • (acute) verandering van de GCS afname van 2 of meer punten  of AVPU
  • Alarmsignaal "ongerustheid" van de verpleegkundige of arts. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Oproepprocedure SIT
Stap 1: vpk. identificeert de vitaal bedreigde zorgvrager (vbz) a.d.h.v. EWS en start oproepprocedure
Stap 2: Procedure start als deze voldoet aan alarmsignalen.
Stap 3: vpk. belt (hoofd) behandelaar, behandelend medisch specialist of dienstdoende arts assistent.
Stap 4: Behandelaar maakt binnen 30 min. een behandelplan. Na 1 uur wordt effect geëvalueerd. De behandelaar kan dus wel eerste zelf een behandeling inzetten.  

Slide 6 - Tekstslide

Vervolg
Stap 5: SIT wordt opgeroepen door (hoofd) behandelaar bij geen of onvoldoende verbetering (niet aanwezig? dan mag vpk. zelf actie ondernemen). 
SIT ondersteunt de behandeling van de VBZ. 
De (hoofd) behandelaar blijft verantwoordelijk, tenzij Zv. wordt opgenomen op een bijv. IC. 
Beleidsbeslissingen worden gemaakt in overleg met de behandelend arts. Ook qua afspraken met de Zv. of familie over therapiebepalende maatregelen zijn daarin zijn verantwoordelijkheid.
Diegene die de melding maakt bij SIT blijft altijd bij de ZV. 

Slide 7 - Tekstslide

Samenstelling SIT
  • Alle leden hebben de juiste competenties en expertise om de VBZ te behandelen. 
  • Team bestaat uit: IC, SEH of CCU verpleegkundige en arts (intensivist of medisch specialist met FFCS certificaat).
  • De rolverdeling wordt per ziekenhuis ingevuld. 
  • Wanneer Intensivist niet aanwezig is moet deze wel altijd telefonisch bereikbaar zijn. 
  • Teamleden moeten direct oproepbaar zijn en mogen niet belemmert worden door andere verantwoordelijkheden of werkzaamheden.  

Slide 8 - Tekstslide

Missie SIT
  • 24/7 aanwezig. (oet het zelfde dwingende karakter hebben als een reanimatie melding)
  • Binnen 10 min. na oproep ter plaatse;
  • Makkelijk bereikbaar zijn via pieper of telefoon;
  • Toegankelijk 

Slide 9 - Tekstslide

SIT team (verantwoordelijkheden.
Spoed Interventie Team
  • Consulteert
  • IC arts met IC Vpk
  • Consulteert
  • Adviseert
  • Ondersteund (bij beoordelen en stabiliseren van de ZV)




Slide 10 - Tekstslide

Bespreken van SIT Melding
Evaluatie/ feedback.
vaak levert een melding leermomenten op! Hadden de vitale parameters van de VBZ eerder gesignaleerd kunnen worden?? 
Het is dan goed deze na te bespreken en ze in een feedbacksysteem te registreren. Het geeft zo een overzicht om informatie terug te kunnen koppelen aan het management en kunnen de gegevens gebruikt worden voor een scholingsprogramma. 

Slide 11 - Tekstslide

SIT coördinator
Rol:
Waarborgen van SIT.
Verzamelen en analyseren van de feedbacksysteem data.
Inzet van scholing of evaluatiemomenten.
 

Slide 12 - Tekstslide

SBAR(R)
De onderlinge communicatie verloopt via de SBAR(R).
Communicatie middels vaste structuur en houvast-punten in gestreste en kritieke situaties.  
SBAR(R): checklist dat alle relevantie (communicatie) wordt overgedragen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 15 - Tekstslide

S =Situation (situatie)

Hoe is de situatie?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 16 - Tekstslide

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 17 - Tekstslide

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 18 - Tekstslide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 19 - Tekstslide

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

De mantelzorger vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 23 - Quizvraag

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een katheter kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 24 - Quizvraag

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een hersenbloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 25 - Quizvraag

de EWS score zorgt ervoor dat je vroegtijdig een acuut bedreigde patiënt kunt helpen
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

EWS

Slide 27 - Tekstslide