Les 8 - gedragsproblemen
1 / 21
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Video
Deze slide heeft geen instructies
De-escaleren kan het beste toegepast worden in welke situatie?
A
Wanneer iemand rustig is
B
Wanneer iemand agressief of overstuur is
C
Alleen wanneer de situatie al geëscaleerd is
D
Wanneer je het met iemand eens bent
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de eerste stap in de-escalerend communiceren?
A
het stellen van grenzen aan het gedrag van de zorgvrager
B
weglopen uit het gesprek van de zorgvrager
C
de zorgvrager proberen te kalmeren
D
consequenties geven aan het gedrag van de zorgvrager
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Prikkels worden gekoppeld aan gedrag
Negatief gedrag wordt bestraft, positief gedrag wordt beloond
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar staat de letter B van de SBAR voor?
A
Voorgeschiedenis
B
Probleem
C
Aanbevelingen
D
Beoordelen van acute probleem
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen voorbeeld van Externaliserend gedrag?
A
Schreeuwen tegen de zorgverlener
B
Slaan en spugen
C
Teruggetrokken gedrag en stilte
D
Schelden tegen medebewoners
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De WvGGZ beschermt de rechten van zorgvragers met dementie of een verstandelijke beperking
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de eerste stap die je zet bij probleem gedrag?
A
Oplossing zoeken voor het probleem gedrag
B
Analyse van het probleem gedrag
C
Signalering van probleem gedrag
D
Behandelen van het probleem gedrag
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een belangrijke stap in de de-escalatie van agressief gedrag?
A
Onmiddellijk de beveiliging inschakelen
B
Verhogen van het volume van je stem
C
Het benoemen van de agressie en de gevoelens van de patiënt
D
De patiënt straffen voor zijn gedrag
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel mensen met dementie hebben onbegrepen gedrag?
A
80 - 90% mensen
B
30 - 40% mensen
C
50 - 60 % mensen
D
10 -20% mensen
Slide 13 - Quizvraag
Zo’n 80 tot 90 procent van de mensen met dementie vertoont vroeg of laat ander (problematisch) gedrag. Onder onbegrepen gedrag valt al het gedrag van de persoon met dementie dat door deze persoon zelf en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren.
Wat wordt bedoeld met onbegrepen gedrag in de zorg?
A
Gedrag dat altijd storend is
B
Gedrag dat niet past bij de situatie en moeilijk te verklaren is
C
Gedrag dat de zorgverlener niet wil begrijpen
D
Gedrag dat typisch is voor een psychische stoornis
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar wordt gedrag vooral door beïnvloed?
A
Het IQ van een persoon (intelligentie)
B
Erfelijke eigenschappen
C
Omgeving en ervaringen
D
Medicatie
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
