Hoe maak je een vormgedicht?
1. Kies iets in het park dat je aanspreekt bijvoorbeeld een boom, een bloem, een vogel, een bankje...
2. Verken met je zintuigen. Wat zie je? Hoor je? Ruik je? Voel je? Wat voor sfeer hangt er? Noteer alle woorden die in je opkomen
3. Schrijf een kort gedicht (4–8 regels).