6.2 word order- adverbs

• English
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Today's lesson

During the first half of the lesson you will start working on chapter :

You will practise word order (preparation for toetsweek toets)

During the second half of the lesson you will work on the short stories project.

word order: adverbs

Adverbs zeggen iets over

-waar

-wanneer

hoe

-hoe vaak

Woord volgorde is belangrijk bij adverbs.

Denk je de adverbs te begrijpen? Dan mag je alvast aan de slag. Je moet dan wil in stilte werken.

Wil je uitleg - dan kijk je mee naar de volgende 4 slides

Practise time:

Unit 6.2

Vocabulary: Do ex 2 -3

Grammar :Do ex 7 -8-9

Not finished = homework for tomorrow.

word order: adverbs

Er zijn een paar belangrijke regels bij het gebruik van adverbs:

1. Adverbs of frequency (=hoe vaak) staan voor het hoofdwerkwoord

I usually walk to school

She sometimes reads an English book

Uitzondering: Bij een vorm van "to be" staat de adverb na het werkwoord

He is never late for class

They are always on time

Plaats en tijd

• I was at the shop yesterday
• We met our friends at the cinema during the holidays
• This morning, dad took the bus to work (nadruk op de thi! morning!)

1. plaats zet je aan het eind van de zin (maar voor tijd)

2. Tijd komt aan het eind van de zin (na plaats).

Ezelsbruggetje: PieT (eerst plaats, dan tijd)

Als je de nadruk op de tijd wil zetten, dan zet je tijd aan het begin van de zin.

frequency - hoe vaak

2. Adverbs of frequency (=hoe vaak) staan voor het hoofdwerkwoord

I usually walk to school

She sometimes reads an English book

Uitzondering: Bij een vorm van "to be" staat de adverb na het werkwoord

He is never late for class

They are always on time

manner - hoe

Practise time:

Unit 6.2

Vocabulary: Do ex 2 -3

Grammar :Do ex 7 -8-9

Not finished = homework 

Short stories project

Short stories project

What are you going to do today?

-Read your short story

-Write a report (this has to be done for each short story)

(Wat er in het verslag moet staat op de volgende slide...)

Wat moet er in het verslag?

Per short story:

inlever deadline- week 24 (10 juni)

Maak per verhaal een word document met de volgende kopjes:

• Titel
• Auteur
• Genre
• Samenvatting (+- 50 woorden)
• Eigen mening (+- 20 woorden)

Op de tweede bladzijde zet je je naam, het leesniveau en hoe je daar bent gekomen (dit wordt dan niet mee geprint!)