H3 Assenstelsel 2

Assenstelsel
Hoofdstuk 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Assenstelsel
Hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet dit kompas?
A
Windhoos
B
Noordroos
C
Windroos
D
Hoosbui

Slide 2 - Quizvraag


A
zuidoosten
B
noordoosten
C
zuidwesten
D
oostnoord

Slide 3 - Quizvraag


A
oostelijk
B
westelijk

Slide 4 - Quizvraag


A
-200 m
B
0 m
C
+ 50 m
D
+ 100 m

Slide 5 - Quizvraag


A
-200 m
B
0 m
C
+ 50 m
D
+ 100 m

Slide 6 - Quizvraag

Een assenstelsel bestaat uit een x-as en een y-as, oftewel een horizontale en een verticale as
A
waar
B
niet waar
C
soms waar
D
oeps, vergeten

Slide 7 - Quizvraag

De 0 staat voor oorsprong, de plek van waar je altijd begint te tellen
A
niet waar
B
waar
C
soms waar
D
oeps, óók vergeten...

Slide 8 - Quizvraag

De coördinaten van een punt:
A
zet je altijd tussen haakjes
B
bestaat altijd uit 2 getallen
C
tussen de getallen staat altijd een (punt)komma
D
Alle drie zijn waar

Slide 9 - Quizvraag

Welke notatie klopt?
A
5,3
B
(5;3)
C
(5,3)
D
5;3

Slide 10 - Quizvraag

(5 , 3) betekent:
A
5 omhoog en 3 naar rechts
B
5 omlaag en 3 naar rechts
C
5 naar rechts en 3 omhoog
D
5 naar rechts en 3 omlaag

Slide 11 - Quizvraag

Het eerste getal in een coördinaat is...
A
de horizontale coördinaat
B
de verticale coördinaat
C
de rechter coördinaat
D
de linker coördinaat

Slide 12 - Quizvraag

De verticale coördinaat...
A
gaat altijd van links naar rechts
B
is altijd de tweede coördinaat
C
is altijd hoger dan de horizontale coördinaat
D
is altijd gelijk aan de horizontale coördinaat

Slide 13 - Quizvraag

Een roosterpunt is...
A
een kruising van 2 lijnen in het assenstelsel
B
een punt met coördinaten
C
raakt altijd 1 lijn in het assenstelsel
D
raakt geen lijn in het assenstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Bij het tekenen van een assenstel...
A
moet je altijd cijfers noteren
B
moet je een horizontale en verticale as tekenen
C
moet je altijd de O erbij zetten
D
A, B en C zijn waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat is waar?
A
horizontaal is van oost naar west en andersom
B
verticaal is van noord naar oost en andersom
C
horizontaal is van noord naar zuid en andersom
D
verticaal is van zuid naar west en andersom

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het coördinaat van punt D
A
(1,2)
B
(4,1)
C
(1,4)
D
(3,2)

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het coördinaat van punt E
A
(1,4)
B
(4,1)
C
(5,1)
D
(3,2)

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het coördinaat van punt P
A
(5,6)
B
(4,1)
C
(5,1)
D
(6,5)

Slide 19 - Quizvraag

Welk coördinaat hoor bij draak B?
A
(2,4)
B
(4,-3)
C
(-1,3)
D
(4,3)

Slide 20 - Quizvraag

Welk coördinaat hoor bij vuurbal A?
A
(2,4)
B
(4,-3)
C
(-1,3)
D
(4,3)

Slide 21 - Quizvraag