Debat voeren

 Debatteren
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Debatteren

Slide 1 - Tekstslide

s
leren debatteren
Stelling bepalen
Debat voorbereiden
uitvoeren: voor + tegen
Evaluatie
 Starter: leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Debatteren, waar denk je aan?

Slide 3 - Woordweb

Staan/zitten
Ga staan als je jouw fragment volgens jou non-fictie is (documentaire, reportage) / ga zitten als je denkt dat deze film fictie is (speelfilm)
Staan/zitten
Ga staan als je denkt dat deze film waargebeurd is/ zitten als je denkt dat het verhaal verzonnen is
Staan/zitten
Ga staan als je denkt dat alles in deze film echt is / ga zitten als je denkt dat niet alles echt is

Slide 4 - Tekstslide

Zorg ervoor dat........
Je weet wat je wilt gaan zeggen
Het klopt wat je zegt
Je luistert naar de ander, zodat je daarop kan reageren
- je een spiekbriefje hebt



Slide 5 - Tekstslide

Maatschappelijke problemen
Bij maatschappijleer kijken we naar maatschappelijke problemen.

... maar wat zijn maatschappelijke problemen?

Slide 6 - Tekstslide

Een maatschappelijk probleem is:
  • Iets waar veel mensen last van hebben
  • Iets waar veel verschillende meningen over zijn
  • Iets dat de overheid moet oplossen
  • (Iets wat veel aandacht krijgt in de media) 

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk een stelling
De hele groep bedenkt een stelling waarover gedebatteerd gaat worden.
Deze voorbereiding doe je samen met je groep!

Hier gaan we volgende week mee beginnen en afronden!

Slide 8 - Tekstslide

Voorbereiding
1. Bedenk zoveel mogelijk argumenten bij de stelling.
2. Geef bij elk argument een uitleg.
3. Geef bij elk argument een voorbeeld.

Deze voorbereiding doe je samen met je groep!

Hier gaan we volgende week mee beginnen en afronden!

Slide 9 - Tekstslide

Debatteren
  • Bij debatteren ben je voor of tegen een stelling.
  • We oefenen beide opties: in het ene geval ben je voor, in het andere geval ben je tegen.

Slide 10 - Tekstslide

Debatteren
  • Evaluatie

Slide 11 - Tekstslide

We gaan werken met de AUB-methode. Waar denk je dat letters bij het debatteren voor staan?
A
AlstUBlieft
B
Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld
C
Argument, Uitrusting, Bedankt
D
Antwoord, Uitleg, Bedankt

Slide 12 - Quizvraag

Het debat
1. De posities wisselen in het debat
2. Je staat er samen met je team
3. De beoordeling is individueel
Stel je voor, je start VOOR de stelling, dan wissel je halverwege naar TEGEN de stelling. En andersom.

Slide 13 - Tekstslide

Cijfer
1.  De voorbereiding
2. Het debat
3. Evaluatie eigen debat
4. Observatie van een ander debat
Je levert 1 document in met 3 onderdelen!
(1, 3 en 4)

Slide 14 - Tekstslide

Stellingen
A: Gevangenen moeten een huisdier krijgen om voor te leren zorgen
B: Elk gezin moet één keer per week een maaltijd langsbrengen bij iemand die alleen woont
C: Op elke school moet groep 8 jaarlijks een avondmaaltijd koken voor ouderen uit de buurt

Slide 15 - Tekstslide

1.1 Je herkent de principes van een debat
1. Basis principe: Uit meningsverschillen ontspringt de waarheid. 
2. Je onderzoekt wat jouw mening is over een onderwerp. In een debat verdedig je je mening met argumenten. 
3. Je kunt ook overtuigd woorden door de goede argumenten van een ander. 
4. Je houdt je aan de gespreksregels in een debat. Het debat verloopt ordelijk. 

Slide 16 - Tekstslide

2. Je begrijpt de ( maatschappelijk sociale ) functies van debat
Debatteren dwingt je om telkens een standpunt in te nemen en dat te onderbouwen met overtuigende argumenten. Je wordt gedwongen om actief na te denken over maatschappelijke vraagstukken, waardoor je inzichten in de maatschappij verwerven. Dit is een een intellectuele verrijking.

Slide 17 - Tekstslide

DOEL: Ik kan actief deelnemen aan een debat.

Slide 18 - Tekstslide

Welke tips heb je onthouden uit de vorige les over debatteren?

Slide 19 - Open vraag

Hoe gaan we te werk?
We doen drie keer een debat.
Zes stellingen op het bord.
We behandelen drie verschillende stellingen.

Je neemt één keer deel aan een debat en vult twee keer het beoordelingsformulier in voor een klasgenoot.


Slide 20 - Tekstslide

zes stellingen
  1. Gewelddadige games moeten verboden worden voor jongeren onder 16 jaar.
  2. Leraren moeten aangesproken worden met hun voornaam.
  3. Alcoholreclame moet verboden worden.
  4. Vuurwerk mag alleen op bepaalde plaatsen worden afgestoken.
  5. De schoolkantine mag alleen nog maar gezond eten & drinken verkopen.
  6. Dierentuinen moeten verboden worden.

Slide 21 - Tekstslide

Welke stelling heeft jouw voorkeur?
1 games
2 voornaam
3 alcoholreclame
4 vuurwerk
5 schoolkantine
6 dierentuinen

Slide 22 - Poll

stelling 1

Slide 23 - Tekstslide

evaluatie van het debat
Hoe vond je het?
Hoe ging het?

Wat voor tips heb je voor de volgende groep?



Slide 24 - Tekstslide

stelling 2

Slide 25 - Tekstslide

evaluatie van het debat
Hoe vond je het?
Hoe ging het?

Wat voor tips heb je voor de volgende groep?



Slide 26 - Tekstslide

stelling 3

Slide 27 - Tekstslide

evaluatie van het debat
Hoe vond je het?
Hoe ging het?



Slide 28 - Tekstslide

Hoe vond je het om
deel te nemen aan een debat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

complimentje voor jezelf

Slide 30 - Woordweb

ALLE WC'S OP SCHOLEN MOETEN GENDERNEUTRAAL WORDEN


verboden woorden zijn...
timer
5:00
Een genderneutraal toilet is voor iedereen toegankelijk. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen, vrouwen, transgender en non-binaire personen.

Slide 31 - Tekstslide

DE OVERHEID MOETEN MENSEN DIE MEDISCHE HULP AFZWEREN VERBIEDEN OM KINDEREN TE KRIJGEN


verboden woorden zijn...
timer
5:00
Als ouder mag je zelf bepalen hoe je jouw kind wilt opvoeden. In de wet staat dat je moet zorgen voor het lichamelijke en geestelijke welzijn van jouw kind. En dat je het moet helpen om zijn of haar persoonlijkheid te ontwikkelen.

Slide 32 - Tekstslide

Laten we beginnen!
Door de klas in twee rijen met stoelen te splitsen
en een voorzitter uit te kiezen.

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • Heb je geoefend met het Lagerhuis debat vorm
  • Heb je geoefend met het bedenken van goede argumenten
  • Ben je creatief geweest in je woordkeuze tijdens het debat

Slide 34 - Tekstslide

Feedbackmoment
  • Hoe vond je het zelf gaan?
  • Wat ging goed en wat kon beter?
  • Tips/tops?

Slide 35 - Tekstslide

Na deze les
Heb je een debat voorbereid.
Hebben we één debat uitgevoerd.

Slide 36 - Tekstslide

Waar let een jury op bij het beoordelen van een debat?

Slide 37 - Woordweb

Slide 38 - Tekstslide

Stap 1
Regels:
1. Je praat niet door een ander heen als iemand de beurt heeft.
2. Debatleider (leerkracht) mag je argument afkappen.
3. Wil je spreektijd, dan ga je staan.
3. Debatleider geeft je spreektijd, zodra het je beurt is.
4. Reageer op het argument en niet op de persoon
 


Slide 39 - Tekstslide

Stap 2
De klas wordt verdeeld in twee groepen. Iedere groep zit bij elkaar aan een kant van het lokaal.

Verdeling groepen. Zie volgende dia.

Slide 40 - Tekstslide

Stap 2
Let op! Het verschilt per stelling of je voor of tegen moet voorbereiden

Schrijf een paar argumenten op per stelling. Een goed argument bestaat uit:
Ik ben er (niet) mee eens, want ....
Je zei ....., maar dit is......

Slide 41 - Tekstslide

Debat

Slide 42 - Tekstslide

Debat

  • scherp geformuleerde stelling

  • overtuigen jury

  • duidelijke regels

  • eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie

  • al pratend positie innemen


  • overtuigen gesprekspartner

  • geen regels

  • eindoordeel op basis van gevoel

Slide 43 - Tekstslide


Fase 1: voorbereiden

Slide 44 - Tekstslide

0

Slide 45 - Video

Hoe bouw je een argument op?
A - Argument
U - Uitleg
B - Bijvoorbeeld

Slide 46 - Tekstslide

Fase 2: het debat
opzetbeurt (3’): de voorstanders presenteren de stelling en noemen hun argumenten; 
opzetbeurt (3’): de tegenstanders verwerpen de stelling en noemen hun argumenten
1 minuut overleg 
verweerbeurt (2’): de voorstanders verweren zich tegen de tegenstanders; 
verweerbeurt (2’): de tegenstanders verweren zich tegen de voorstanders
 1 minuut overleg
vrije ronde (3’): beide partijen kunnen vrij op elkaar reageren  
1 minuut overleg
slotbeurt (2’): tegenstanders richten zich tot de jury met samenvatting van argumenten;
slotbeurt (2’): voorstanders richten zich tot de jury met samenvatting van argumenten

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

De stellingen
stelling 1: ongezond eten, zoals hamburgers, moet duurder worden. 
stelling 2: Je moet verplicht iedere dag groente en fruit meenemen naar school.

timer
10:00

Slide 51 - Tekstslide

Debat 
Ongezond eten, zoals hamburgers, moet duurder worden. 

Groep voor de stelling eerst, daarna de groep tegen de stelling.
Als laatst het debat. 
timer
5:00

Slide 52 - Tekstslide

Het publiek:
Denk tijdens het debat na over:
- Hoe reageren de twee groepjes op elkaar?
- Helpen de leerlingen uit het groepje elkaar tijdens het debat?
- Ben je zelf van mening veranderd?

Slide 53 - Tekstslide