Hv1 -- 09-04-2025

Hv1b -- 09-04-2025
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hv1b -- 09-04-2025

Slide 1 - Tekstslide

For Today:
- Vocabulary Check
- Much/many/a lot of/ (a) little/ (a) few [explanation]
- Much/many/a lot of/ (a) little/ (a) few [practise]
- Homework:
Study Unit 4!

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulary Check

Slide 3 - Tekstslide

Translate:
logeerpartij

Slide 4 - Open vraag

Translate:
valuable

Slide 5 - Open vraag

Translate:
baan; veld

Slide 6 - Open vraag

Translate:
employer

Slide 7 - Open vraag

Translate:
winkelmedewerker

Slide 8 - Open vraag

Translate:
ice cream parlour

Slide 9 - Open vraag

Translate:
Ik wil even bevestigen dat ik je om 8 uur ophaal.

Slide 10 - Open vraag

Translate:
Wat voor werk doe je? -- Ik ben ingenieur.

Slide 11 - Open vraag

Grammar explanation

Slide 12 - Tekstslide

Much, many & a lot of & little, few

Slide 13 - Tekstslide

Betekenis
  • Much, many & a lot of betekenen allemaal veel in het Nederlands.

  • Je gebruikt ze alleen niet allemaal op dezelfde manier. Kijk naar de volgende voorbeelden en probeer het verschil tussen much & many te raden!

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. many friends
  2. much water
  3. many chairs
  4. much time
  5. many superheroes
  6. much water 

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg much & many
  • Much/ many gebruik je bij vragende (?)/ ontkennende (-) zinnen. 
  • Je gebruikt much als het woord dat erna komt ontelbaar is.

Voorbeelden:
Do you have much work? 
We haven't got much money.

Kan je het woord water tellen?

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg much & many
  • Much/ many gebruik je bij vragende (?)/ ontkennende (-) zinnen. 
  • Je gebruikt many als het woord dat erna komt telbaar is, dus je kunt er meervoud van maken.

Voorbeeld:
He hasn't got many friends.
Do we have many videogames?


Slide 17 - Tekstslide

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
witches
buses
fun
light
fans

Slide 18 - Sleepvraag

Much
Many
money
sand
girls
pens
cars
coffee
rain
water
doors
hair
tables
phones

Slide 19 - Sleepvraag

A lot of
  • A lot of betekent veel, net als bij many & much.

  • A lot of gebruik je bij bevestigende (+) zinnen.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden
  • I have a lot of friends. (+) / many
  • She has not got many friends. (-)
  • Do we have much homework? (?)
  • The school has a lot of pupils. (+) /many
  • Our village has not got much snow. (-)
  • Does the cat have many kittens? (?)

Slide 21 - Tekstslide

I have got ... problems.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 22 - Quizvraag

Dogs aren't ... fun.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 23 - Quizvraag

How ... milk is left in the fridge?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 24 - Quizvraag

Are there ... ghosts in that creepy building?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 25 - Quizvraag

WEINIG
little
few

Slide 26 - Tekstslide

 Little           Few                        


 
Weinig + ontelbaar                                       Weinig + telbaar, dus kun je meervoud                                                                                   van maken.
Er zit te weinig zout in de soep.           Weinig mensen gingen naar het feestje.
There is too little salt in the soup.      Few people went to the party.

Slide 27 - Tekstslide


There are very _______ cupcakes left.
A
Little
B
Few

Slide 28 - Quizvraag

I have ________ homework.
A
Little
B
Few

Slide 29 - Quizvraag

  A little        A few
Een beetje + ontelbaar                      Een paar + telbaar
Ik wil een klein beetje tomatensaus.       Ik snij een paar uien.
I only want a little tomato sauce.           I am cutting a few onions.

Slide 30 - Tekstslide


Can you give me _________ apples?
A
A little
B
A few

Slide 31 - Quizvraag

There was only ________ meat in the pie.
A
A little
B
A few

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link

Homework
For next class:

Study for the test!

We will go over everything of Unit 4 next class (class before test!!)

Slide 35 - Tekstslide