3H Cellen les 2 onderdelen cel

Cellen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cellen

Slide 1 - Tekstslide

Waarom heb je gekozen voor biologie?

Slide 2 - Woordweb

Welke onderwerpen binnen biologie vind je interessant?

Slide 3 - Woordweb

Wat wil je in de toekomst iets met het vak biologie gaan doen?

Slide 4 - Woordweb

Leerdoel
Dierlijke cel:
- kern
- cytoplasma
- membraan
- mitochondriën
- endoplasmatisch reticulum
- ribosomen
- golgi systeem

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Teken een grote dierlijke cel in je schrift/blaadje.
Benoem:
Celkern
Celmembraan
Cytoplasma

Maak veel ruimte in het cytoplasma
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe bestudeer je cellen?
Microscopie:
Lichtmicroscopie (tot 1000x)
Elektronenmicroscopie (tot 100.000x)

transmissie-elektronen microscoop (TEM, 2D)
Scanning elektronenmicroscoop (SEM, 3D)


Slide 8 - Tekstslide

Celorganellen
  1. Celkern
  2. Cytoplasma
  3. Membraan
  4. Mitochondriën
  5. Ribosomen
  6. Endoplasmatisch reticulum (ER)
  7. Golgisysteem

Slide 9 - Tekstslide

Celkern
In het kernplasma ligt het DNA.
NA ligt opgerold in de vorm van chromosomen.

Kernporiën:
Maakt transport naar cytoplasma mogelijk.

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer zijn de chromosomen zichtbaar in de celkern?
A
Altijd
B
Alleen tijdens celdeling
C
Nooit

Slide 11 - Quizvraag

Cytoplasma
Hier drijven de organellen in.
Grotendeels water.

Slide 12 - Tekstslide

Celmembraan
Laag om de cel heen. 
0:43-2:26

Slide 13 - Tekstslide

Celmembraan
Laagje om de cel heen.
Houdt de celorganellen bij elkaar en is verantwoordelijk voor transport van verschillende stoffen in en uit de cel.






0:43-2:26

Slide 14 - Tekstslide

Ribosomen
Bouwen eiwitten uit aminozuren.

Aminozuren zijn kleine bouwsteentjes die samen een eiwit kunnen vormen.

Slide 15 - Tekstslide

Mitochondrium
De energiefabriekjes van de cel.
Hier wordt glucose verbrandt en de 
vrijgemaakte energie wordt vastgelegd in moleculen van de stof ATP. (adenosinetrifosfaat)
ATP moleculen kun je vergelijken met opgeladen batterijen die ergens anders in de cel gebruikt kunnen worden als er ergens energie nodig is

Slide 16 - Tekstslide

Endoplasmatisch reticulum
Ligt om de celkern heen.
Bestaat uit lagen membranen.

Ruw ER: 
Bevat ribosomen
Glad ER: 
Bevat geen ribosomen

Slide 17 - Tekstslide

Endoplasmatisch reticulum
Functie: Plek voor het maken van (membraan)eiwitten en transport naar het golgi- systeem.

De membranen vormen blaasjes. Kleine stukjes kunnen zich afsnoeren en zich verplaatsen door het cytoplasma.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Golgi systeem

Slide 20 - Tekstslide

Golgi systeem
Distributie centrum:
Transporteert eiwitten binnen/buiten de cel.

Slide 21 - Tekstslide

In welk celorganel zit het DNA?
A
Cytoplasma
B
ribosoom
C
golgi apparaat
D
celkern

Slide 22 - Quizvraag

In welk celorganel vindt de productie van ATP plaats?
A
ribosoom
B
ER
C
Golgi systeem
D
mitochondrium

Slide 23 - Quizvraag

Welk organel bewerkt eiwitten na het ribosoom?
A
celkern
B
golgi-systeem
C
ER
D
mitochondriën

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht
Teken in je cel de ontbrekende onderdelen:
Endoplasmatisch reticulum (glad en ruw)
Ribosomen
Golgi systeem
Mitochondrium

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Aan het werk...
1. Maak een begrippenlijst van deze les. De begrippen staan genoemd in de planner.
2. Maak de oefenopdrachten (1 t/m 3) die je als link in de planner ziet staan. 
3. Bekijk het filmpje. Link staat in de planner.

Slide 27 - Tekstslide