In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Lesplan
Lesdoelen
Herhaling van § 5.2 en 5.3
Uitleg § 5.4
Aan de slag met § 5.4
Afsluiting
Proefwerk H4 bespreken
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
Kan je uitleggen wat een magneet is.
Kan je uitleggen wat magnetische influentie is.
Weet je wat een elektromagneet is.
Heb je een beeld van de werking van een elektromotor.
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik vorige les(sen)
Het vermogen (P) is de energie die in een seconde gebruikt wordt. De eenheid is Watt (W). Het vermogen reken je uit met P = U x I
De spanning (U) bepaald hoeveel energie er aan de stroom wordt meegegeven. Verder zorgt de spanning ervoor dat de stroom kan rondstromen. De eenheid is Volt (V). Spanning reken je uit met U = I x R (of U = P/I)
De stroomsterkte neemt de lading mee die door een spanningsbron wordt afgegeven. De eenheid van stroomsterkte is Ampère (A).
Slide 3 - Tekstslide
Magneten
De magneet.
Om de magneet is een magnetisch veld aanwezig. De veldlijnen lopen van de noordpool naar de zuidpool in cirkelvormige banen.
Een kompas is een toepassing van een magneet. De noordpool van de magneet van het kompas wijst naar de geografische noordpool van de aarde. Zit hier dan een magnetische noord- of zuidpool?
Slide 4 - Tekstslide
Eigenschappen magneet
Twee verschillende polen: noord en zuid
Trekt bepaalde stoffen aan: Nikkel, Kobalt en Ijzer
Twee magneten trekken elkaar aan of stoten elkaar af
Slide 5 - Tekstslide
Elementaire magneetjes
Magneten zijn opgebouwd uit elementaire magneetjes.
Magnetische influentie: Er voor zorgen dat elementaire magneetjes allemaal naar dezelfde richting gaan staan.
Slide 6 - Tekstslide
Spoel
Een spoel is een stroomdraad die ergens omheen gewikkeld is.
Je kunt van een spoel een elektromagneet maken.
Breng je een spoel in een magnetisch veld dan gaat er even
een stroompje lopen in de spoel.
Slide 7 - Tekstslide
Hoeveel polen heeft een magneet?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 8 - Quizvraag
Welke stoffen worden aangetrokken door een magneet?
A
Alle metalen
B
IJzer, koper, nikkel
C
IJzer en nikkel
D
IJzer, nikkel en kobalt
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een spoel?
A
Een ingewikkeld stukje ijzer
B
Een stroomdraad
C
Een stroomdraad die ergens omheen gewikkeld zit
D
een dynamo
Slide 10 - Quizvraag
Dynamo
De stroom ontstaat als het magnetisch veld in de spoel veranderd (omdraait, ontstaat of verdwijnt).
Bij een dynamo gebeurt dit doordat de magneet gaat draaien
in de spoel.
Een generator is een grote spoel.
Slide 11 - Tekstslide
Windmolen
Bij een windmolen werkt dit ook zo. Je moet er voor zorgen dat je een draaiende magneet in een spoel hebt.
In de molen zit een generator (spoel en magneet)
de wind zorgt er voor dat de molen gaat draaien
de magneet zit vast aan de molen en gaat ook draaien
in de spoel wordt stroom opgewekt.
In een elektriciteitscentrale wordt de stoom opgewekt door water te koken. De ontstane stoom zorgt er voor dat de molen (de turbine) gaat draaien. De warmte om het water te koken wordt verkregen door verbranding of door een kernreactie.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Wat is de turbine bij een windmolen?
A
de spoel in een windmolen of energie centrale
B
de magneet in een windmolen of energie centrale
C
de "molen" in een energie centrale
D
de plaats waar de brandstof verbrand wordt in een energie centrale
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een generator?
A
een grote dynamo in een windmolen of energie centrale
B
de magneet in een windmolen of energie centrale
C
de "molen" in een energie centrale
D
de plaats waar de brandstof verbrand wordt in een energie centrale
Slide 15 - Quizvraag
Wat wordt er gedaan met de kernenergie van de kerncentrale?