de eerste mensen 1hv

De eerste mensen 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De eerste mensen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
wat?
Hoe?
tijd?
terugblik
klassikaal
5 minuten
uitleg
klassikaal
15 minuten
zelfstandig werken
individueel
10 minuten
afsluiten/vooruitblikken
klassikaal
5 minuten 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn bronnen?
A
Dingen uit het verleden
B
Dingen uit de geschiedenis
C
Dingen die ons informatie geven over het verleden
D
Dingen die mensen uit het verleden hebben achtergelaten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

jaartelling =
A
periode van 100 jaar
B
marien waarop mensen de jaren tellen
C
de geschiedenis
D
geboorte van Jezus

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij gebruiken de Christelijke jaartelling. In welk jaar begint deze jaartelling?
A
Het jaar 0
B
Het jaar 1
C
Het jaar 500 na Christus
D
Het jaar 3000 voor Christus

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke eeuw is het jaar 765 N. Chr?
A
8e eeuw n.c.
B
7e eeuw n.c.
C
6e eeuw n.c.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  • Bij geschiedenis bespreken we gebeurtenissen
  • Waardoor iets gebeurd noemen we een oorzaak
  • Wat na de oorzaak gebeurd noemen we het gevolg
  • Voorbeelden van oorzaken en gevolgen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de oorzaak?
Door de regen word ik nat
A
Regen
B
Nat

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gevolg?
Ik heb een onvoldoende voor geschiedenis. Ik heb geen huiswerk gemaakt
A
Onvoldoende
B
Géén huiswerk gemaakt

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na het jaar 833 v. Chr. begint het jaar 834 v. Chr.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
aan het eind van deze les:
  • weet je wat scheppingsverhalen zijn en weet je waar deze over gaan
  • weet je wat wetenschappers in de 19e eeuw over mensen hebben ontdekt
  • Kun je uitleggen hoe verschillen tussen mensen ontstonden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scheppingsverhalen
Er bestaan veel scheppingsverhalen: verhalen over het ontstaan van de wereld en het leven daarop. 

Het verhaal van Adam en Eva is het scheppingsverhaal van joden, christenen en moslims.
 


Slide 13 - Tekstslide

God schiep in 6 dagen de hemel en de aarde en wat daartussen is: de zon, de maan en de sterren, de planten en de dieren. Aan het einde van de 6e dag schiep God een man en een vrouw: Adem en Eva. 

Adam en Eva leefden in een paradijs en genoten er van alle heerlijke dingen in de natuur. Ze mochten een ding niet van God: de vruchten eten van een bijzondere boom, de boom van kennis van goed en kwaad. 

De duivel, die verscheen als een slang, haalde Eva over om van de verboden vruchten te eten. Zij haf de appel door aan Adam. Vanaf dat moment begrepen zij het verschil tussen goede en slechte dingen. Ze schaamden zich voor hun naaktheid. Als straf stuurde God Adam en Eva weg uit het paradijs. 
Scheppingsverhalen (2)
Dit verhaal staat in drie heilige boeken:

de Tenach: heilig boek van joden
de Bijbel: heilig boek van christenen
de Koran: heilig boek van moslims

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Charles Darwin
Engelse wetenschapper die zag dat één diersoort zich op verschillende plekken heeft aangepast aan verschillende omstandigheden in klimaat en landschap.

 Aanpassen = evolueren -->
EVOLUTIETHEORIE

Charles Darwin (1809-1882), bekend van 'on the Origin of Species'

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je zelf ook een voorbeeld van een dier dat zich in verschillende omstandigheden heeft aangepast?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er allemaal verschillend?

  • Kleur vacht (camouflage) 
  • Dikte huid (kou / warmte) 
  • Soorten voedsel (omgeving) 
  • Hoeveelheid voedsel nodig (omgeving) 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De evolutietheorie van Darwin
De aapmens loopt voor het eerst rechtop, op twee voeten.
De Homo Sapien, de denkende mens die taal gebruikt.
De Homo Erectus, gaat gebruik maken van vuur en gereedschappen.
De Neanderthaler, de mens die 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen
Etnische verschillen
(kenmerken van een volk zoals huidskleur)

Culturele verschillen
(wat mensen denken en doen)


Er is tegenwoordig één mensenras, ieder mens bestaat uit hetzelfde DNA.
(Evolutietheorie werd gebruikt voor rassendiscriminatie)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de evolutietheorie?
A
Een theorie van de Paus over hoe het christendom ontstaan is
B
Een theorie van Charles Darwin over hoe mensen en dieren veranderen (mensen komen uit apen)
C
Een theorie over hoe god de aarde en de mens geschapen heeft
D
Nooit van gehoord

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie was de bedenker van de evolutietheorie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg het scheppingsverhaal uit
A
De mens is ontstaan uit een aapsoort en is door evolutie (natuurlijke verandering) tot mens geworden.
B
De mens is door God geschapen.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom botste de evolutietheorie van Darwin met de ideeën van de gelovigen?
A
Omdat het het bestaan van God tegenspreekt.
B
Omdat het niet overeenkomt met hun scheppingsverhaal.
C
Omdat Darwin niet gelovig was en was zijn theorie dus sowieso fout.
D
Omdat het nieuw was in die tijd en de gelovigen alles bij het oude wilde houden.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Welke drie wereldreligies hebben hetzelfde scheppingsverhaal?
A
Islam, hindoeïsme, boeddhisme
B
Jodendom, christendom, islam
C
Christendom, jodendom, boeddhisme
D
Protestantisme, hindoeïsme, jodendom

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies