bs 2 overeenkomst en verwantschap

Herhaling:


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling:


Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 3: Overeenkomst en verwantschap

Leerdoelen:
-Je kunt soorten en rassen onderscheiden
-Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap

Slide 2 - Tekstslide

Hoe meer overeenkomst twee organismen vertonen, hoe meer ze bij dezelfde groepen worden ingedeeld.
Lijken op elkaar, zitten in dezelfde familie
Lijken niet elkaar, zitten niet eens in zelfde rijk

Slide 3 - Tekstslide

Soort
Organismen behoren alleen tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Soort
Soms lijken  dieren heel erg op elkaar, maar behoren ze niet tot dezelfde soort!
Deze zijn niet dezelfde soort!

Slide 5 - Tekstslide

Soms lijken dieren helemaal niet op elkaar maar behoren ze wel tot 1 soort!

Slide 6 - Tekstslide

Ras
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan.
Bijvoorbeeld alle hondenrassen behoren tot de soort hond.

Slide 7 - Tekstslide

Honden: Wel 1 soort
+
=
    Beagle                       Pug                              Puggle
                                                                  (kan voortplanten)

Slide 8 - Tekstslide

Leeuw en Tijger: Niet 1 soort
+
=
      Leeuw                            Tijger                              Lijger
                                                               (kan niet voortplanten)

Slide 9 - Tekstslide

Verwantschap
-De tijger en de leeuw zijn hier meer aan elkaar
verwant dan de tijger en de aap.

-Hoe langer geleden twee soorten zijn ontstaan uit
een gemeenschappelijke voorouder, hoe minder
verwant ze zijn.
-Hoe meer verwant soorten zijn,
hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Evolutie
  • Soorten ontstaan door evolutie

Slide 12 - Tekstslide

DNA-sequencing

  • In kaart brengen van de DNA van soorten
  • DNA-sequentie: De volgorde van de basen (A,C,T,G) in het DNA

Slide 13 - Tekstslide

drie manier om een soort te herkennen


1. voortplanting
2. DNA
3. wetenschappelijke naam

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag:
Opdracht 1 t/m 8 BS 2

Slide 15 - Tekstslide

Wetenschappelijke naamgeving
Nederlandse naam: vlaamse gaai
Wetenschappelijke naam: Garrulus glandarius L.

Garrulus = Geslachtsnaam
glandarius = Soortnaam
L. = ontdekker, Linnaeus

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Rund > Bos taurus
  • Vos > Vulpes vulpes
  • Bruine beer > Ursus arctos
  • Mammoetboom > Sequoiadendron giganteum
  • Mens > Homo sapiens
  • Oermens > Homo erectus

Slide 17 - Tekstslide

opdracht


Probeer met je groep zoveel mogelijk hondenrassen te verzinnen doe allemaal beginnen met een andere letter van het alfabet binnen 5 minten.
(de letters q, u, en x kun je overslaan, want die bestaan niet)
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide